CAPI Nieuwsbrief – maart 2024
Voor je ligt de CAPI nieuwsbrief waarmee we je blijven informeren over CAPI evenementen, onderzoeken en anderen updates! We zijn blij dat je met ons meeleest.
In deze editie lichten wij weer een recent gepubliceerd artikel uit en krijg je nog de kans om je aan te melden voor het komende CAPI Café. Verder stelt CAPI programmacoördinator Tessa van der Bruggen zichzelf voor en maak je kennis met twee CAPI onderzoekers: Maarten de Jong en Céline van Bilsen.
Krijg je deze e-mail doorgestuurd van een collega en wil je jezelf ook aanmelden voor onze maandelijkse nieuwsbrief? Dat kan hier.
Veel leesplezier!
De CAPI stuurgroep
Het CAPI Café
Wij verheugen ons om op donderdag 7 maart 2024 het tweede CAPI Café te organiseren. Het CAPI Café vindt plaats bij de GGD Rotterdam of is online te volgen van 12:00u tot 13:00u. Tijdens dit CAPI Café neemt dr. Raïssa Tjon-Kon-Fat, arts Maatschappij & Gezondheid en epidemioloog, ons mee in de tien stappen van het doen van uitbraakonderzoek aan de hand van een fictieve casus. Het CAPI Café is een informatieve en inspirerende lunchbijeenkomst waarbij deelnemers (artsen, verpleegkundigen, onderzoekers, epidemiologen en iedere IZB-medewerker met interesse!) de kans krijgen om vragen te stellen en te leren van experts op een laagdrempelige manier. Ben je nieuwsgierig en nog niet aangemeld? Dit kan nog tot en met 6 maart via deze link, je kunt het CAPI Café digitaal of live bijwonen. Voor de artsen, verpleegkundigen en deskundige infectiepreventie is er accreditatie aangevraagd. We zien je graag op 7 maart!
Even voorstellen: Tessa van der Bruggen – CAPI Programmacoördinator bij AMPHI
Mijn naam is Tessa van der Bruggen. Ik ben in 2020 afgestudeerd als Gezondheidswetenschapper – richting infectieziekten en publieke gezondheid – en ben na mijn studie aan de slag gegaan bij GGD Hart voor Brabant. Daar vervulde ik de rol van procescoördinator bij team BCO, monitoring en advies van Programma Corona. Na een erg leuke en leerzame periode kwam CAPI op mijn pad! In april 2023 sloot ik aan bij de CAPI stuurgroep als programmacoördinator vanuit de Academische Werkplaats AMPHI in Nijmegen.
Momenteel houd ik me onder anderen bezig met de ontwikkeling en organisatie van scholingsaanbod voor GGD-medewerkers. Ook ben ik betrokken bij activiteiten waarbij het delen van kennis en onderzoeksresultaten centraal staat. Erg leuk om op deze manier onderzoek en praktijk dichter bij elkaar te brengen! Naast CAPI ben ik één dag in de week werkzaam bij GGD Hart voor Brabant, waar ik aangesloten ben bij de Regiegroep Onderzoek.
In de avonduren breng ik veel tijd door op de dansvloer tijdens het geven van salsa-danslessen. Ook ben ik vaak in de sportschool te vinden. Verder breng ik graag tijd door met vrienden en ik vind het leuk om te reizen!
Even voorstellen: Maarten de Jong – CAPI PhD’er bij het Sarphati Initiatief
Mijn naam is Maarten de Jong, opgeleid tot gezondheidswetenschapper gespecialiseerd in public health, infectieziekten en epidemiologie. Sinds 2020 ben ik werkzaam als epidemioloog bij de GGD Amsterdam waar ik me bezighoud met epidemiologische vraagstukken en onderzoek. Ook ben ik bekend met infectieziektebestrijding in ramp- en oorlogsgebieden: voor o.a. Artsen zonder Grenzen heb ik onder meer in Ghana, Burkina Faso, Haïti, Zuid Soedan en Irak gewerkt als veldepidemioloog. Daar hield ik me bezig met zowel acute uitbraakbestrijding als het opzetten en uitvoeren van operationeel onderzoek.
Tussen deze buitenlandse avonturen door heb ik in Nederland onderzoekservaring opgedaan naar transmissierisico’s van infectieziekten (bloedbank Sanquin), antibioticaresistentie (internationaal onderzoek VUmc), internationale studiecoördinatie infectie-gerelateerde kanker (Parexel) en als coördinator onderzoek stamceltransplantaties (Matchis).
Ondertussen ben ik ruim een jaar bezig met promotieonderzoek binnen CAPI. Mijn project richt zich op de inzet van rioolwatermonitoring om infectie-uitbraken te detecteren. Dit doen we in zowel high-resource settings (regio Amsterdam) als in low-resource settings (bijv. vluchtelingenkampen): op deze manier sla ik de brug tussen GGD Amsterdam en Artsen zonder Grenzen.
Buiten de werkuren ben ik veel terug te vinden op de tennisbaan en snowboardend op de pistes. Ik reis graag, vind het leuk (mini)festivals te organiseren en je vindt me in de stad geregeld achter de draaitafels. Wie weet tot dan!
CAPI Masterclass: van praktijkprobleem naar onderzoeksvraag
Als onderdeel van het CAPI-scholingsaanbod, verzorgen we vanuit CAPI een reeks online Masterclasses van GGD GHOR NL. De eerste CAPI Masterclass is getiteld ‘Van praktijkprobleem naar onderzoeksvraag’. Je kunt deze nu hier bekijken:
In deze Masterclass, gepresenteerd door dr. Jeannine Hautvast en dr. Karlijn Kampman, leer je hoe je van een te onderzoeken praktijkprobleem tot een goeie onderzoeksvraag komt. Eerst lichten ze toe op welke manieren je aan een te onderzoeken praktijkprobleem komt. Daarna krijg je uitleg over het schrijven van een onderzoeksvoorstel dat nodig is om een praktijkprobleem te onderzoeken. Vervolgens geven ze handvatten voor het schrijven van de introductie van een onderzoeksvoorstel. Als laatste leer je hoe je vanuit de introductie tot een helder geformuleerd onderzoeksdoel met passende onderzoeksvragen komt.
Binnenkort volgt een tweede CAPI Masterclass. Daarbij leer je hoe je van een onderzoeksvraag tot resultaten komt.
Even voorstellen: Céline van Bilsen – CAPI PhD’er bij AWPG Mosa
Mijn naam is Céline van Bilsen. Ik begon in 2021 als junior onderzoeker bij de GGD Zuid-Limburg, na mijn master Epidemiologie. Dat jaar stond in het teken van een Euregionaal project om de gevolgen van COVID-19 in de grensregio in kaart te brengen via vragenlijsten en antistoftesten. Daarnaast startten we later dat jaar met de PRIME post-COVID studie. Dit is een cohortonderzoek naar longCOVID waarbij we onder andere fysieke en mentale gezondheidsaspecten en de socio-economische impact onderzoeken. Sinds juni 2023 ben ik PhD’er bij CAPI!
Mijn onderzoek richt zich op cross-border impact, sociale netwerken en vaccinatiebereidheid in relatie tot (long)COVID. Zo kunnen we de maatschappelijke implicaties van de coronapandemie beter begrijpen en bijdragen aan preventie.
Ik vind het leuk om bezig te zijn met deze relevante thema’s en alle verschillende aspecten van het onderzoek doen; van het ontwikkelen van vragenlijsten tot dataverzameling, data-analyse, schrijven en het delen van bevindingen. Daarnaast is het werk uitdagend door de snelle veranderingen op dit gebied.
Naast mijn werk ben ik graag met familie en vrienden, dans ik graag (salsa/bachata) en houd ik van muziek, lezen, koken en reizen.
Publicatie in de spotlight
In elke CAPI nieuwsbrief zetten we een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel over infectieziektebestrijding in de spotlights. Middels de CAPI nieuwsbrief blijf je op de hoogte van recente ontwikkelingen in de IZB die relevant zijn voor de praktijk.
Voor een uitgebreide literatuurupdate die elke twee maanden wordt bijgewerkt, kun je hier kijken.
Deze maand in de spotlight:
“Het gedrag rondom maternale kinkhoest vaccinaties; psychosociale, houding, en organisatorische factoren”
Door Veja Widdershoven, Rianne P. Reijs, Annika Eskes, Amanja Verhaegh-Haasnoot en Christian J.P.A. Hoebe
Lees het volledige artikel
Sinds 2019 is de maternale kinkhoest vaccinatie onderdeel van het vaccinatieprogramma. Wij hebben geprobeerd om het gedrag rondom deze vaccinatie en de geassocieerde psychosociale kenmerken, houdingen, en organisatorische factoren in kaart te brengen. Hiervoor hebben we een cross-sectionele studie uitgevoerd onder zwangeren en recent bevallen moeders (tot 6 maanden na de bevalling). In totaal hebben 1348 deelnemers de vragenlijst ingevuld. Van de respondenten heeft 95.1% de maternale kinkhoest vaccinatie gehaald, 4.9% van de respondenten heeft de vaccinatie geweigerd.
De belangrijkste factoren die invloed hadden op het wel of niet nemen van de vaccinatie waren:
- het belangrijk vinden om te vaccineren tegen kinkhoest tijdens de zwangerschap, (aOR: 10.19; 95%CI: 4.30–24.16)
- een positief verwachte uitkomst voor de baby (aOR: 8.94; 95%CI: 3.60–22.21)
- liever het risico lopen dat het kind kinkhoest krijgt dan mogelijke bijwerkingen door te kiezen voor de vaccinatie (aOR: 0.11; 95%CI: 0.02–0.59)
- de toegankelijkheid van de vaccinatie locatie (aOR: 7.44; 95%CI: 3.37–16.46).
Belangrijke redenen voor acceptatie waren het beschermen van het kind in de eerste weken na de geboorte, en het uitstellen van de DKTP vaccinatie naar 3 maanden na de geboorte. Redenen voor het weigeren waren niet willen vaccineren tijdens de zwangerschap, en angst dat het schadelijk is voor het ongeboren kind. We concluderen dat zorgprofessionals een belangrijke rol in de informatievoorziening hebben. Echter, de beslissing rondom het wel of niet nemen van de maternale kinkhoest vaccinatie wordt voornamelijk beïnvloed door de houding ten opzichte van de vaccinatie en psychosociale factoren. Naast het zorgen voor goede informatievoorziening moet er ook gezorgd worden dat de (logistieke) barrières rondom het nemen van de vaccinatie zo veel mogelijk weggenomen worden.
Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.
Tot de volgende nieuwsbrief!
De CAPI stuurgroep