CAPI Nieuwsbrief – november 2025
Welkom bij de CAPI nieuwbrief! In deze editie vind je de uitnodiging voor het CAPI Symposium, vertellen we over de CAPI onderzoekersdag, en lees je over de nieuwe publicatie van PhD kandidaat Babette van Deursen over uitbraakdetectie na COVID-19. Ook blikken we terug op het laatste CAPI Café over inclusief en participatief onderzoek. Verder maak je kennis met het PhD traject van Daniel Franken over malariapreventie en behandeling en vind je een oproep voor de rubriek ‘van onderzoek naar praktijk’. We hebben een boeiende publicatie uit de literatuurupdate in de spotlight gezet, er staat zoals altijd een nieuwe quizvraag voor je klaar, en tot slot is de kalender voor de komende twee maanden weer up to date. Veel leesplezier!
Uitnodiging CAPI Symposium – Besmettelijke kennis 2026

ZoOp dinsdag 27 januari 2026 organiseren we de derde editie van het jaarlijkse
CAPI Symposium – Besmettelijke Kennis bij Congrescentrum 1931 in
‘s-Hertogenbosch. Dit symposium staat in het teken van onderzoek op het gebied van infectieziektebestrijding, infectiepreventie, seksuele gezondheid, reizigersadvisering, en tuberculosebestrijding, uitgevoerd door én voor GGD’en.
Naast presentaties over praktijkgericht infectieziekte-onderzoek staan er deze editie wederom twee keynote lectures op het programma: ‘Schoolziek of ziek van school? Verspreiding van infectieziekten onder de loep’ door Prof.dr. Patricia Bruijning-Verhagen en ‘Gedragsverandering en infectieziektebestrijding: verstandshuwelijk of echte liefde?’ door Prof.dr. Rik Crutzen.
Ben jij er ook bij? Meld je dan uiterlijk 12 januari 2026 aan!
Terugblik CAPI Onderzoekersdag 2025
Op 9 oktober kwamen de jaaronderzoekers, promovendi en de stuurgroep van CAPI samen in ‘s-Hertogenbosch voor een dag vol uitwisseling, verdieping en ontmoeting. In een warme en open sfeer ontstonden waardevolle gesprekken en nieuwe inzichten.
Op het programma stond de interactieve workshop ‘Zien wie je (nog) niet ziet’ door dr. Tessa van Loenen, senior onderzoeker bij het Radboudumc. Tessa deelde inzichten over inclusief onderzoek en gaf handvatten om blinde vlekken te kunnen herkennen en te verkleinen. Ook gingen de onderzoekers in groepjes aan de slag met het oplossen van bekende struikelblokken bij het doen van inclusief onderzoek. In de middag gaven promovendi Jorg van Beek en Daniël Huijten van GGD Zuid-Limburg een energieke workshop over PowerPoint, vol praktische tips om presentaties naar een hoger niveau te tillen. We praatten nog een uurtje na en maakten de iconische trapfoto met alle huidige onderzoekers en stuurgroep!

CAPI Publicatie
Uitbraakdetectie na COVID-19: eerste stappen naar correctie
CAPI PhD kandidaat Babette van Deursen publiceerde onlangs het artikel: ‘A “Pandemic-Proof” Methodology for Outbreak Detection Adapted From COVID-19’s Impact on Notifications of Infectious Diseases in the Netherlands: Surveillance Study’.

Wij feliciteren Babette en co-auteurs met deze mooie prestatie! Hieronder vind je een samenvatting van het onderzoek en de link naar het artikel.
Tijdens de COVID-19 pandemie nam het aantal meldingen van andere meldingsplichtige infectieziekten aanzienlijk af. De precieze impact van de pandemie per infectieziekte is echter onduidelijk. Voor betrouwbare surveillance en uitbraakdetectie is dit inzicht essentieel, zodat hier voor gecorrigeerd kan worden. In dit onderzoek analyseerden we de impact van de COVID-19 pandemie op de infectieziektemeldingen in Nederland en integreerden we deze in een gecorrigeerde alarmgrens voor uitbraakdetectie.
We hebben meldingen van 25 meldingsplichtige infectieziekten in Nederland tussen 2015 en 2023 geanalyseerd. Door incidentieratio’s per COVID-19 periode te berekenen, konden we bepalen welke infectieziekte waren geraakt door de COVID-19 pandemie. Om voor de uitbraakdetectie de afname in meldingen tijdens de COVID-periode te corrigeren, testten we drie correctiemethoden: 1) de COVID-jaren als missing; 2) imputatie met de laatste pre-COVID-observatie; en 3) imputatie met het historische voortschrijdend gemiddelde.
Uit de analyse bleek dat meldingen van malaria, buiktyfus, hepatitis A, meningokokkeninfectie, paratyfus, Q-koorts, shigellose, mazelen, bof en kinkhoest significant minder gemeld waren tijdens de COVID-19-pandemie, maar de duur en omvang van het effect verschilden per infectieziekte. Daarnaast toonden de nieuw berekende alarmwaardes een opvallend verschil ten opzichte van de oorspronkelijke, niet-gecorrigeerde alarmwaarde. De variatie tussen de drie correctiemethodes was echter niet substantieel.
Voor robuuste en betrouwbare uitbraakdetectie is het aan te raden om te corrigeren voor de impact van de COVID-19 op de meldingen van de aangedane infectieziekten, zodat infectieziektebestrijding professionals zo accuraat, tijdig en datagedreven mogelijk kunnen handelen. Verdere validatie door de praktijk is essentieel om de toepasbaarheid van de aangepaste alarmwaarde voor uitbraakdetectie te beoordelen.
Terugblik CAPI Café
Op dinsdag 28 oktober vond het laatste CAPI café van 2025 plaats bij GGD Gelderland-Zuid, met als thema ‘inclusief en participatief onderzoek doen’. Tijdens dit café gaf dr. Tessa van Loenen, onderzoeker bij het Radboudumc, ons een mooi overzicht over het belang van inclusiviteit. Door haar vele jaren ervaring op dit gebied, kon ze ons goed vertellen over de veelvoorkomende barrières die in de weg staan om écht inclusief en participatief onderzoek te doen. Om deze barrières te overkomen, gaf ze praktische tips en handvatten, die we als onderzoekers mee kunnen nemen in het opzetten en uitvoeren van onderzoek.
Meer weten? CAPI heeft de inhoud samengevat in deze factsheet.
Malariapreventie, prikaccidenten en infectiepreventie: onderzoek naar het verbeteren van beleid en uitvoering.
Daniel Franken, PhD kandidaat bij AWPG het Sarphati initiatief
Mijn naam is Daniel Franken en ik werk als arts en promovendus bij de GGD Amsterdam. Mijn promotieonderzoek richt zich op malariapreventie en prikaccidenten, met als doel de bestaande richtlijnen binnen de infectiepreventie wetenschappelijk te onderbouwen en te verbeteren.

Tijdens mijn werkzaamheden bij het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR) en op de reizigerspoli van de GGD Amsterdam kwam regelmatig de vraag naar voren hoe het beleid rond de in 2017 geïntroduceerde malarianoodbehandeling beter kon worden vormgegeven met name om verspilling van tabletten te voorkomen en het opvolgen van adviezen te verbeteren. Deze noodbehandeling is bedoeld voor reizigers die naar middelmatig malariarisicogebieden reizen en niet altijd toegang hebben tot medische zorg. Bij koorts kunnen zij dan in afgelegen gebieden starten met de noodbehandeling en vervolgens medische hulp zoeken. Begin dit jaar publiceerden we een studie waaruit bleek dat deze adviezen in de praktijk vaak niet goed worden toegepast.
Om beter te begrijpen waarom reizigers de adviezen frequent niet opvolgden, zijn we afgelopen jaar een vervolg onderzoek gestart waarin 19 diepte-interviews met reizigers werden afgenomen. Belangrijke redenen om de noodbehandeling niet te starten bij koorts waren dat klachten als mild werden beoordeeld, dat men alternatieve verklaringen (zoals voedselvergiftiging) aannemelijker vond en dat men bang was voor bijwerkingen. Mogelijke strategieën voor het verbeteren van het beleid in de toekomst zijn het aanbieden van een malariasneltest aan reizigers die naar zeer afgelegen gebieden reizen en het faciliteren van contact met een arts bij koorts. Deze benaderingen verdienen nader onderzoek.
Daarnaast kreeg ik tijdens mijn werk in de infectieziektebestrijding regelmatig vragen over prikaccidenten en het beleid rondom het voorkomen van transmissie van hiv, hepatitis B en C. Er blijkt in de praktijk onduidelijkheid te bestaan over de risico-inschatting, waarbij vooral de aanwezigheid van zichtbaar bloed bepalend is bij intramusculaire prikaccidenten. Om die reden onderzoeken we nu de risico-inschatting van prikaccidenten. Daarnaast zijn we op dit moment bezig met een onderzoek waarin we het aantal hiv-diagnoses bij mensen analyseren die zich daarvoor op Nederlandse spoedeisende hulpen hebben gemeld voor een prik- of seksaccident, en kijken we naar mogelijke verbeteringen, zoals de rol van PrEP bij deze groep. Deze onderzoeken raken verschillende thema’s, en hebben eenzelfde doel namelijk het verbeteren van de infectiepreventie op basis van problemen en vragen uit de praktijk.
Oproep: van onderzoek naar praktijk
Binnen het werkveld van de infectieziektebestrijding wordt op allerlei manieren voortdurend onderzoek gedaan. Maar hoe vertalen deze resultaten zich naar de dagelijkse praktijk binnen de GGD? In deze rubriek laten we zien hoe recent wetenschappelijk onderzoek wordt toegepast in de praktijk. We brengen recent uitgevoerde studies onder de aandacht die belangrijke inzichten geven voor de praktijk van de infectieziektebestrijding.
Heb jij onderzoek gedaan dat een brug slaat tussen wetenschap en praktijk? Werk jij aan een studie die relevant is voor de dagelijkse praktijk van de infectieziektebestrijding, of ken je een goed voorbeeld waarin onderzoeksresultaten al met succes zijn geïmplementeerd? Neem dan contact met ons op via info@capi-consortium.nl, en misschien verschijnt jouw bijdrage wel in één van onze volgende nieuwsbrieven!

CAPI Quizvraag!
In de vorige editie van de CAPI nieuwsbrief was de quizvraag ‘Welke uitspraak over het vermelden van statistische resultaten in een abstract is correct?’. Het juiste antwoord was: Odds ratios met betrouwbaarheidsintervallen zijn waardevoller om te vermelden dan een p-waarde.
Ditmaal staat onze quizvraag in het teken van inclusief onderzoek doen.
Vele onderzoeken worden uitgevoerd op W.E.I.R.D. populaties: Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic. Waarom kan dit een probleem zijn?
De resultaten van een onderzoek zijn altijd ongeldig als enkel de W.E.I.R.D. populatie is onderzocht.
Resultaten op basis van een W.E.I.R.D. onderzoekspopulatie kunnen niet gepubliceerd worden in een goede journal.
De resultaten worden gegeneraliseerd, terwijl de onderzoekspopulatie geen goede afspiegeling is van de totale bevolking.
Publicatie in de spotlight
Elke twee maanden zetten we een publicatie uit de tweemaandelijkse literatuurupdate in de spotlight. Deze keer is dat het artikel ‘Subpopulations with frequent healthcare barriers have increased risk of sexually transmitted infections and dropping out from HIV preexposure prophylaxis care’ geschreven door Eline Wijstma, Vita Jongen, Anders Boyd, Henry de Vries, Maarten Schim van der Loeff, Maria Prins, en Elske Hoornenborg. De samenvatting van het artikel lees je hieronder.
Subpopulaties met frequente barrières in toegang tot zorg lopen meer risico op soa en uitval bij hiv-PrEP
In het nationale PrEP Pilot Programma (NPP) werd gesubsidieerde PrEP-zorg aangeboden voor mensen met een verhoogd risico op het oplopen van hiv. Subpopulaties die barrières ervaren in de toegang tot (PrEP)zorg, kregen prioriteit om deel te nemen aan het NPP. Dit betrof personen <25 jaar oud, transgenders en genderdiverse personen, sekswerkers, personen zonder zorgverzekering, en migranten uit lage- en middeninkomenslanden.
Deze studie had het doel om te beoordelen in hoeverre geprioriteerde en niet-geprioriteerde subpopulaties die deelnamen aan het NPP in Amsterdam baat hadden bij PrEP voor hiv-preventie. Dit werd onderzocht door hun soa- en hiv-incidentie tijdens het gebruik van PrEP te monitoren en te vergelijken. Ook de uitval en terugkomst in PrEP-programma’s werd onderzocht.
Uit de resultaten blijkt dat de hiv-incidentie tijdens het gebruik van PrEP laag was in zowel de geprioriteerde als de niet-geprioriteerde groep. De soa-indicentie was hoger bij bijna alle geprioriteerde groepen in vergelijking met de niet-geprioriteerde groep, behalve bij transgenders en genderdiversen. Verder hadden alle geprioriteerde groepen vaker uitval uit PrEP-zorg dan de niet-geprioriteerde groepen. De uitvallers afkomstig uit lage- en midden-inkomenslanden kwamen vaker opnieuw terug in de PrEP-zorg dan de uitvallers afkomstig uit hoge-inkomenslanden. Uitval bij personen uit hoge-inkomenslanden komt vaak door een lagere ervaren kans op hiv, bijvoorbeeld door veranderd seksueel gedrag, en is daarom niet per se onwenselijk. Echter geven de bevindingen uit deze studie inzichten in de uitdagingen bij het behouden van geprioritiseerde groepen in gesubsidieerde PrEP-programma’s.
Het NPP eindigde in augustus 2024 en sindsdien is de toegang tot PrEP in Nederland aanzienlijk veranderd. De reguliere prijs voor PrEP is hoger dan in het NPP en de tabletten kunnen enkel bij een apotheek verkregen worden, waarbij persoonsgegevens geregistreerd moeten worden. Hierdoor is PrEP niet meer laagdrempelig beschikbaar. De auteurs benadrukken dat PrEP aanbieders maatregelen moeten treffen om de toegang tot PrEP beter te regelen. Het is van belang dat gerichte interventies worden ingezet om barrières tot PrEP-zorg te verminderen en het (voortzetten van) PrEP-gebruik te faciliteren.

Kalender
13 november
RIVM – online EPI Masterclass
12:30-13:30 – onderwerp volgt
14 november
18 november
19 november
Landelijk GHOR Congres – Onze veiligheid in de zorg van morgen!?
‘s-Hertogenbosch
19-21 november
ESCAIDE – Scientific Conference
Warschau
20 november
RIVM – online EPI Refereerbijeenkomst
12:30-13:30 – twee presentaties vanuit het centrum Epidemiologie en Surveillance van het RIVM. Meld je aan via EPIrefereer@rivm.nl
27 november
RIVM – online EPI Masterclass
12:30-13:30 – onderwerp volgt
1 december
4 december
RIVM – online EPI Refereerbijeenkomst
12:30-13:30 – twee presentaties vanuit het centrum Epidemiologie en Surveillance van het RIVM. Meld je aan via EPIrefereer@rivm.nl
11 december
RIVM – online EPI Masterclass
12:30-13:30 – onderwerp volgt
18 december
RIVM – online EPI Refereerbijeenkomst
12:30-13:30 – twee presentaties vanuit het centrum Epidemiologie en Surveillance van het RIVM. Meld je aan via EPIrefereer@rivm.nl
Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.




