Menu

CAPI Nieuwsbrief – april 2024

Een warm welkom bij de lente-editie van de CAPI nieuwsbrief! Wat leuk dat je meeleest. Deze nieuwsbrief is bedoeld om jou op de hoogte te houden van recente ontwikkelingen binnen CAPI, relevante wetenschappelijke artikelen te delen en onze CAPI collega’s voor te stellen.

In deze editie delen we een selectie van recent gepubliceerde wetenschappelijke artikelen die relevant zijn voor onze praktijk. Ook kun je je via deze nieuwsbrief alvast aanmelden voor het komende CAPI Café, dat zal plaatsvinden op 21 mei. Daarnaast blikken wij met enthousiasme terug op de vorige editie van het CAPI Café en een inspirerende trainingsdag voor CAPI onderzoekers. Ook maken we kennis met onderzoekers Martijn Vink en Babette van Deursen. Tot slot delen wij verheugd de eerste resultaten van CAPI onderzoek met jullie. Tim Wiersma is zijn jaaronderzoek aan het afronden en zal ons kort meenemen in zijn bevindingen.

Bedankt voor je interesse in CAPI en veel leesplezier!

Terug- en vooruitblik op het CAPI Café

Meld je hier aan voor het volgende CAPI Café op 21 mei: “Wat is er nodig voor een succesvolle ZonMw aanvraag?”

Op donderdag 7 maart vond het tweede CAPI Café plaats bij de GGD Rotterdam, een bijeenkomst met veel enthousiasme en interactie. Dr. Raïssa Tjon-Kon-Fat, arts Maatschappij & Gezondheid en epidemioloog hield een inspirerende presentatie over het onderwerp “Uitbraakonderzoek: hoe doe je dat bij de GGD?”. Met behulp van een fictieve casus van een mazelenuitbraak nam ze ons mee in de eerste zes van de tien stappen van een uitbraakonderzoek. Ze benadrukte met name het belang van een duidelijke casus definitie. De interactieve opzet van haar presentatie stimuleerde de deelnemers om mee te denken en aan te geven hoe ze zelf zouden handelen in deze situatie. Dit zette de ruim 130 deelnemers (zowel fysiek als online) flink aan het denken. De reacties op dit tweede CAPI Café waren erg positief! We kijken dan ook erg uit naar het voortzetten van deze inspirerende sessies met diverse thema’s.

Het volgende hybride CAPI Café vindt plaats op dinsdag 21 mei van 12:00 tot 13:00, met als thema “Wat is er nodig voor een succesvolle ZonMw aanvraag?”. In deze editie van het CAPI Café zal Sjaak de Gouw, directeur publieke gezondheid bij GGD Hollands-Midden en voorzitter van diverse programmacommissies van ZonMw, een kijkje achter de schermen geven bij een ZonMw commissie. Dit CAPI Café zal deelnemers waardevolle inzichten geven in het beoordelingsproces bij een ZonMw commissie, en ze een mogelijkheid geven tot het stellen van vragen. Anja van der Schoor, post-doc onderzoeker & kwartiermaker IZB bij AWPG Lumens, zal haar ervaring met het schrijven van aanvragen delen en de discussie met Sjaak de Gouw op gang brengen. Ben je er ook bij op dinsdag 21 mei? Meld je dan hier aan. Deelname kan zowel fysiek bij GGD Hollands Midden als online.

Even voorstellen: Martijn Vink, Jaaronderzoeker bij CEPHIR

Mijn naam is Martijn Vink en na mijn studie Geneeskunde heb ik mij verder gespecialiseerd in de publieke gezondheid (in de tropen) en in de epidemiologie. In beide vakgebieden heb ik een master-titel behaald.  

Ik heb een sterke interesse in tropische infectieziekten, parasitaire ziekten en de gezondheid van migranten. Zo heb ik 9 jaar voor een ontwikkelingsorganisatie (HealthNet) gewerkt, waar ik mij focuste op operationeel onderzoek binnen onze programma’s. In die tijd ben ik vaak in Afghanistan geweest (en is het land ook in mijn hart gaan zitten!). Ook heb ik als arts in Nederlandse asielzoekerscentra gewerkt. 

Op dit moment werk ik parttime als jaaronderzoeker bij GGD Rotterdam-Rijnmond. Daarnaast werk ik als eindverantwoordelijk arts bij een reizigersvaccinatiebureau (Vaccinaties op Reis) en ben ik parttime promovendus aan het Amsterdam AMC op infectieziektenonderzoek dat ik in Afghanistan heb gedaan.  

Mijn jaaronderzoek richt zich op scabiës bij asielzoekers. In de laatste jaren is het aantal scabiësgevallen onder hier verblijvende asielzoekers flink toegenomen. De ziekte wordt frequent gezien bij nieuw aangekomen asielzoekers, maar ook in centra waar asielzoekers later in de procedure verblijven. Dit wekt de suggestie dat lang niet alle scabiësgevallen tijdig worden herkend. 

Mijn onderzoek richt zich op nieuw aangekomen asielzoekers in het aanmeldcentrum in Budel. Ik zal hier een grote groep asielzoekers op scabiës screenen, zowel met een vragenlijst als met een lichamelijk onderzoek en zo nodig microscopie. Hiermee kan ik de sensitiviteit en de specificiteit van de vragenlijst bepalen. Als asielzoekers daadwerkelijk scabiës blijken te hebben, zal ik hen nog een aantal extra vragen naar risicofactoren, kennis en schaamte stellen. De resultaten uit mijn onderzoek kunnen helpen om asielzoekers eerder en gerichter op scabiës te screenen, wat veel klachten en secundaire infecties kan voorkomen. 

In mijn vrije tijd houd ik van lange-afstandswandelen, mountainbiken en klussen in onze Drentse vakantiewoning. Daarnaast ben ik op dit moment druk met sponsorwervingsacties voor een jongerenreis vanuit onze kerk, die wij in juli 2024 naar Oeganda zullen gaan maken. 

Terugblik op een inspirerende trainingsdag voor CAPI onderzoekers

Op 11 en 12 maart waren de CAPI onderzoekers te gast bij ImpactAll in Utrecht – een organisatie die trainingen en coaching op het gebied van communicatie verzorgt. De onderzoekers konden aansluiten bij de training ‘Presenteren met Impact’ of bij ‘Bewust Beïnvloeden’.

Bij ‘Presenteren met Impact’ gingen de onderzoekers aan de slag met hun presentatievaardigheden. Daarbij kwamen diverse thema’s aan bod, zoals het gebruik van houding, het overbrengen van complexe inhoud, interactie met publiek, en omgaan met weerstand.  

Tijdens de training ‘Bewust Beïnvloeden’ lag de focus op met verbeteren van communicatie- en beïnvloedingsvaardigheden. De combinatie van theorie en rollenspellen zorgde ervoor dat de onderzoekers direct konden oefenen met de geleerde lessen. Het waren twee inspirerende dagen waar de onderzoekers met een goed gevoel op terugkijken! 

CAPI onderzoekers aan het woord

CAPI jaaronderzoeker Tim Wiersma bevindt zich in de afrondende fase van zijn onderzoek getiteld ‘Kwalitatief interview onderzoek naar besluitvorming over kindervaccinaties bij praktisch opgeleide ouders’. In deze rubriek deelt hij zijn eerste bevindingen én vertelt hij over zijn ervaringen met het doen van praktijkgericht onderzoek vanuit een Academische Werkplaats Publieke Gezondheid.

Samenvatting studie

De dekkingsgraad van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) is gedaald tot onder de 90%, met toenemende uitbraken van door vaccinatie te voorkomen ziekten als gevolg. Eerder onderzoek toonde dat vaccinatietwijfel en weigering vaker optreden bij o.a. praktisch opgeleide mensen. In tijden van een dalende dekkingsgraad is het cruciaal om het besluitvormingsproces rondom vaccinaties beter te begrijpen. Ons doel was om het besluitvormingsproces over RVP-vaccinaties onder praktisch opgeleide ouders te verkennen.

Op basis van een kwalitatieve opzet werden twaalf semigestructureerde interviews gehouden met ouders die recent een vaccinatiekeuze hadden gemaakt voor hun kind. De voorlopige resultaten van de analyses lieten de volgende bevindingen zien. We zagen twee groepen in besluitvorming: één die snel/direct besliste op het moment dat het vaccinatie onderwerp ter sprake kwam, en één die meer tijd nam voor het besluit. De snelle/directe beslissers voelden zich neutraal tijdens het proces en voldaan achteraf. De andere groep daarentegen ervaarde meer negatieve gevoelens, waaronder angst voor verkeerde keuze, bijwerkingen of reacties van anderen. Nadat de keuze was gemaakte ervaarden ze vaak rust of opluchting.

Ouders omschreven daarnaast vijf terugkerende thema’s gekoppeld aan persoonlijke waarden als belangrijk in de besluitvorming: zelfregie (eigen keuzes willen maken en intuïtie volgen), traditie (opvoedingsnormen over vaccinaties), zorgzaamheid (ideeën over optimale zorg en gezondheid), kracht van het gezonde lichaam (vertrouwen in de natuurlijke weerstand van een kinderlichaam) en lotsbestemming (geloof in een voorbestemd leven met onveranderlijk lot). Ervaringen met vaccinaties of ziektes vanuit de direct omgeving werden ook meegenomen in de besluitvorming en vaak gebruikt als onderbouwing voor het besluit.

Terug naar de praktijk

Alhoewel dit onderzoek nog nadere en verdiepende analyses behoeft, willen wij aandacht vragen van de zorgprofessional voor de vijf thema’s en daarbij in het bijzonder de gevoelens die ouders ervaren. Artsen en verpleegkundigen zouden in een gesprek met ouders kunnen nagaan welke thema’s bij de ouders een rol spelen en dat in het gesprek over vaccinatiekeuze meenemen. 

Wat vond je leuk? 

Naast het deel mogen uitmaken van een enthousiaste onderzoeksgroep en de interesse in dit onderwerp, vond ik het boeiend en verrijkend om ‘met een andere pet op’, namelijk in mijn rol als jaaronderzoeker, directe interactie te mogen hebben met deelnemers. Dit leidde tot nieuwe inzichten die voor mij en anderen niet eerder opgemerkt waren. Dit zal wellicht bijdragen aan het verbreden van de kennis over dit onderwerp/probleem. 

Wat was een uitdaging?

In de afgelopen jaren ben ik voornamelijk geschoold met kwantitatief onderzoek. Het uitvoeren van kwalitatief onderzoek was voor mij een nieuwe manier van onderzoek doen. Het was in het begin dan ook even wennen, maar zeker een manier van onderzoek doen die ik eenieder wil aanraden! 

Daarnaast was de grootste uitdaging het vinden van deelnemers. Zoals in de literatuur ook naar voren komt, maar nogmaals in de praktijk is gebleken, is deze onderzoeksgroep, alhoewel makkelijk te benaderen, wel moeilijke te overtuigen om deel te nemen aan onderzoek. 

Wat is de belangrijkste les die je als tip mee wil geven aan GGD-medewerkers? 

Mijn belangrijkste les en tip bij de doelgroep praktisch opgeleiden, maar ik denk ook in het algemeen, is om zelf als onderzoeker naar de mensen toe te gaan, ze te betrekken. Mensen vinden het fijn om een gezicht te hebben bij een onderzoeker. Hierdoor waren ouders eerder geneigd om mee te doen aan ons onderzoek. Houd daarnaast het werkveld breed door meerdere organisaties, in mijn geval meerdere consultatiebureaus, te betrekken en zo de kans te vergroten om studiedeelnemers te vinden. 

Even voorstellen: Babette van Deursen, CAPI PhD’er bij AMPHI

Ik ben Babette van Deursen, een gezondheidswetenschapper gespecialiseerd in infectieziekten en publieke gezondheid. Sinds 2020 werk ik in de GGD-wereld en sinds 2022 ben ik infectieziekte-epidemioloog bij GGD Regio Utrecht, tevens ben ik Regionaal Epidemiologie Consulent voor het RIVM. Mijn focus lag aanvankelijk op COVID-19 surveillance en onderzoek, maar later ben ik ook betrokken geraakt bij reguliere infectieziektebestrijding. 

Mijn loopbaan heeft me langs verschillende paden geleid, waaronder epidemiologie bij Artsen zonder Grenzen, implementatieonderzoek in de ouderengeneeskunde, en consultancy en literatuuronderzoek bij een onderzoeksbureau.

De GGD kwam uiteindelijk op mijn pad tijdens de COVID-19 pandemie en ik voelde me meteen thuis op het snijvlak tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk. Daardoor ben ik ook zeer blij dat ik sinds mei 2023 mijn PhD vanuit CAPI ben gestart.

Mijn PhD traject heeft als doel om datagedreven strategieën en informatievoorziening voor infectieziektebestrijding te evalueren en te verbeteren, zodat het beleid binnen infectieziektebestrijding (nog) meer wordt gebaseerd op gevalideerde data. 

Na een lange werkdag vind ik ontspanning in de sportschool en in de keuken. Ik kook graag voor én met vrienden, en probeer ik elke maand een nieuw recept uit. Verder reis ik graag en vind ik het leuk om nieuwe boeken, muziek en festivals te ontdekken. 

Literatuur update en publicatie in de spotlight

Als vast onderdeel van de CAPI nieuwsbrief lichten we een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel uit, dat voor de infectieziektebestrijding van belang is. Zo pik je altijd wat nieuwe kennis op als je onze nieuwsbrief leest.

Behoefte aan meer? Bekijk op onze website een literatuur update van relevante recente artikelen. Deze publicaties sluiten aan bij de thema’s zoönose, antimicrobiële resistentie, SOA’s, vaccinatie, uitbraakonderzoek, en infectieziekte-epidemiologie. Elke twee maanden selecteren wij nieuwe artikelen die relevant zijn voor onze lezers.

Om aan te sluiten bij het onderwerp van de transmissiedag van dit jaar hebben wij in deze nieuwsbrief het volgende artikel in de spotlight: Behavioural interventions to reduce vaccine hesitancy driven by misinformation on social media

Door Kai Ruggeri, Samantha Vanderslott, Yuki Yamada , Young Anna Argyris, Bojana Većkalov, Paulo Sergio Boggio, Mosoka P Fallah, Friederike Stock en Ralph Hertwig

“Gedragsinterventies om vaccinatietwijfel gedreven door misinformatie op sociale media te verminderen”

Effectieve vaccinatiecampagnes zijn fundamenteel voor de publieke gezondheid. Campagnes die ontwikkeld zijn om vaccinaties tegen te gaan, kunnen een gevaar vormen voor de publieke gezondheid. Dit was erg duidelijk tijdens de COVID-19 pandemie waar de anti-vaccinatie campagnes geleid hebben tot een stijging in het aantal COVID-19 gevallen en gerelateerd overlijden. Ook vóór maart 2020 kon vaccinatietwijfel direct gelinkt worden aan misinformatie verspreid op sociale media. Een randomised controlled trial in 2021 toonde aan dat blootstelling aan misinformatie rondom COVID-19 vaccinaties de bereidheid tot vaccineren verlaagde, zelfs onder mensen die aangaven dat ze zeker vaccinaties zouden accepteren.

Naast de standaardmethoden om vaccinatiebereidheid te bevorderen, zijn er nu ook moderne methoden, zoals onder andere “debunken” (het controleren van feiten nadat ze op sociale media hebben gestaan) en “prebunken” (het trainen van mensen om nepnieuws te kunnen herkennen). Hoewel dit soort methoden veelbelovend zijn in het verminderen van het delen van misinformatie, is hun effect op vaccinatiebereidheid nog niet bekend. De auteurs van dit artikel hebben daarom naar 30 studies gekeken, waarin interventies gericht op misinformatie op sociale media uitgevoerd werden, waarbij expliciet gekeken is naar het effect op gedrag. Slechts twee interventies toonden aan dat het ingaan op vaccinatie-zorgen en het aanbieden van informatie op een interactieve manier leidde tot een stijging in het aantal vaccinaties.

De auteurs hebben tien inzichten geformuleerd, gebaseerd op het bestaande bewijs, om bij te dragen aan een duidelijkere en specifiekere toolkit om vaccinatietwijfel aan te pakken. Een voorbeeld van deze inzichten is dat alleen berichten over voordelen en risico’s gebaseerd op statistieken niet voldoende is, en dat sociale media onderdeel moeten zijn van de oplossing.

Concluderend benadrukken de auteurs dat er een noodzaak is voor directe samenwerking tussen gedragswetenschappers en de publieke gezondheid, aangezien de meeste interventies focussen op houdingen en intenties, in plaats van op direct gedrag. Het ontwikkelen van deze samenwerkingen belooft directe voordelen voor betrouwbaardere wetenschappelijke inzichten die de gezondheid en welzijn van de hele bevolking zouden verbeteren.


Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

Tot de volgende nieuwsbrief!
De CAPI stuurgroep

Overzicht

Datum: 4 april 2024