CAPI Nieuwsbrief – februari 2025
Welkom bij de februari-nieuwsbrief van CAPI! Uiteraard blikken wij in deze nieuwsbrief terug op het CAPI Symposium en ook vind je de aankondiging van het volgende CAPI Café over wet- en regelgeving bij infectieziekte-onderzoek. Daarnaast vertelt CAPI onderzoeker Merve Spronk over haar onderzoek naar gezondheidsongelijkheden bij infectieziekten, en stelt CAPI managementassistente Tamara Kleine zich voor. Ook hebben we een nieuwe quizvraag, is de kalender bijgewerkt, en staat er een nieuwe publicatie in de spotlight. Veel leesplezier!
Terugblik CAPI Symposium –
Besmettelijke Kennis
Op donderdag 30 januari vond de tweede editie van het CAPI Symposium plaats—een leerzame en inspirerende dag die in het teken stond van onderzoek naar infectieziekte(bestrijding).
De ochtendkeynote werd verzorgd door Prof.dr. Maarten Schim van der Loeff, bijzonder hoogleraar epidemiologie van seksueel overdraagbare infecties bij het UMC Amsterdam, met zijn presentatie “Is voorkomen beter dan genezen?”. Hij belichtte beide kanten van deze vraag. Ja, preventie is bewezen effectief, vooral bij vaccinaties, maar hoe zit het met preventief antibioticagebruik, bijvoorbeeld bij doxy-PrEP? Hij besprak de uitdagingen van preventie, zoals het risico op antibioticaresistentie, en benadrukte het belang van nuance en kritisch nadenken.

Tijdens de parallelsessies gaven 37 onderzoekers presentaties over uiteenlopende thema’s, van uitbraakonderzoeken en vaccinatiebereidheid tot seksuele gezondheid en testen & screenen. Elke sessie bood ruimte voor boeiende discussies en waardevolle uitwisseling tussen de sprekers en het publiek. Er werden veel nieuwe ideeën gedeeld en inspiratie opgedaan. Regelmatig klonk vanuit de sprekers het antwoord: “Goede vraag, ik ga dit verder uitzoeken,” terwijl in het publiek enthousiast aantekeningen werden gemaakt. Gesprekken werden vol op voortgezet tijdens de pauzes. Deelnemers en sprekers wisten elkaar goed te vinden voor verdere verdieping en netwerkmogelijkheden.
De tweede keynote spreker, wetenschapsjournalist Jop de Vrieze, actief bij onder anderen de Groene Amsterdammer en NTVG, gaf een interactieve presentatie over “Dealen met de media”.
Na uitwisseling over ervaringen met de media vanuit het publiek, gaf hij een aantal inzichten over omgaan met de media: de media werken goed met duidelijke feiten en transparantie over wat (nog) onbekend is. Het is belangrijk om als onderzoeker aan te geven waar de eigen expertise stopt en helder te communiceren over wanneer er meer informatie beschikbaar komt. Zijn tip: vermijd “beleidstaal” en probeer niet de taal of insteek van het nieuwsbericht te controleren—al is factchecken van het artikel wel van belang.
Het CAPI Symposium onderstreepte het belang van samenwerken, de meerwaarde van het delen van voorlopige onderzoeksresultaten, en toonde een mooi overzicht van lopend onderzoek binnen GGD’en en AWPG’en. Voor onderzoekers is het een waardevolle stap om resultaten te delen met de GGD-praktijk en relevante doelgroepen. Tegelijkertijd is het een goed moment om stil te staan bij andere manieren van kennisdeling en het verspreiden van resultaten naar de juiste doelgroepen. Hierover lees je meer in het CAPI Stappenplan voor kennisdisseminatie.
Namens CAPI bedanken we alle sprekers voor hun inzet en alle deelnemers voor hun enthousiaste bijdrage. Wij kijken terug op een geslaagde dag—hopelijk jullie ook! Tot volgend jaar!
Gezondheidsongelijkheden bij infectieziekten
PhD kandidaat Merve Spronk, GGD Amsterdam
Ik werk sinds 2024 als PhD student bij de GGD Amsterdam bij AWPG Het Sarphati Initiatief. Ik focus met name op gezondheidsongelijkheid bij infectieziekten. Factoren zoals armoede, ongelijkheid en sociale determinanten van gezondheid verhogen de prevalentie en incidentie van infectieziekten en belemmeren de effectiviteit van preventieve maatregelen.
Om de preventie van infectieziekten in de algemene bevolking te optimaliseren, is het belangrijk om inzicht te hebben in de distributie en interacties van determinanten van infectieziekten in belangrijke doelgroepen. Mijn PhD-project bestudeert deze patronen met betrekking tot twee thema’s: 1) post-COVID onder groepen met een migratieachtergrond; en 2) kinkhoestvaccinatie bij zwangere vrouwen en hun kinderen.
Ik zal binnenkort mijn eerste studie over de prevalentie en determinanten van post-COVID onder zes etnische groepen in Amsterdam afronden. Ik ben ook van plan om mijn tweede studie, die zich richt op post-COVID en langdurige uitkomsten zoals ernstige vermoeidheid en depressie in dezelfde studiepopulatie, dit jaar af te ronden. Tegelijkertijd voeren we studies uit naar de mogelijke factoren die de opkomst van maternale kinkhoestvaccinatie beïnvloeden in verschillende etnische groepen, in samenwerking met verschillende studiegroepen van GGD Rotterdam, RIVM SocioVax en verschillende afdelingen van GGD Amsterdam. Na deze studies ben ik van plan een kwantitatieve studie over maternale kinkhoestvaccinatie op te zetten. Tegen het einde van mijn PhD-project wil ik meerdere uitgebreide studies uitgevoerd hebben met als doel ons begrip van ongelijkheden in infectiepreventie te vergroten, met name bij groepen met een migratieachtergrond. Op deze manier hoop ik bij te dragen aan het verminderen van ongelijkheden in de infectieziektepreventie.
Ik heb geneeskunde gestudeerd aan de Selçuk Universiteit in Turkije. Daarna heb ik mijn specialisatie in huisartsgeneeskunde behaald aan de Dokuz Eylül Universiteit. Ik ben in 2020 naar Nederland gekomen om bij mijn man te gaan wonen. Hier heb ik epidemiologie gestudeerd aan de Universiteit Utrecht en besloot ik mijn carrière als onderzoeker voort te zetten. Ik ben met name geïnteresseerd in het bijdragen aan de opbouw van een inclusievere en effectievere publieke gezondheidszorg. Ik vind het leuk om verschillende kwantitatieve onderzoeksmethoden te integreren, met sociale wetenschappen om een meer holistisch begrip van volksgezondheidskwesties te ontwikkelen en de gezondheidresultaten van verschillende bevolkingsgroepen te verbeteren.
In mijn vrije tijd maak ik graag muziek en schilder ik. Ik geloof dat mijn medische opleiding een aanzienlijke invloed heeft gehad op de kunst die ik creëer. De afgelopen twee jaar heb ik deelgenomen aan de “I Art My Science”-tentoonstelling van de Universiteit Utrecht (Merve Spronk | IAMS). Ook geniet ik van reizen, het luisteren naar podcasts over geschiedenis, filosofie en de computerspellen die ik speel.
CAPI Café –
Wet- en regelgeving bij infectieziekte-onderzoek
Er staat weer een hybride CAPI Café gepland! Deze editie vindt plaats op 11 maart van 12:00-13:00 bij de GGD Amsterdam. Dr. Marjolein Booij, onderzoekscoördinator bij de afdeling infectieziekten van GGD Amsterdam, neemt ons mee in de geldende wet- en regelgeving bij het doen van medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen. Daarbij richt zij zich op infectieziekte-onderzoek op de GGD. Welke processen moeten worden doorlopen voorafgaand aan het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek, zodat voldaan wordt aan wet- en regelgeving (o.a. WMO, AVG, WGBO)?
Marjolein licht deze stappen toe en verwijst naar relevante informatiebronnen, zoals websites, maar ook naar bepaalde medewerkers die vanuit hun expertise de onderzoekers kunnen adviseren. Onderwerpen die aan bod komen zijn het verschil tussen WMO en niet-WMO plichtig onderzoek, het DPIA-proces, nader gebruik van data (zoals retrospectief onderzoek met zorgdata) en het verschil tussen pseudonieme en anonieme data. Ben je er ook bij op 11 maart? Meld je dan aan! Je kunt zowel online als fysiek deelnemen.
CAPI Quizvraag!
In de vorige quizvraag hebben we jullie gevraagd wat jullie graag (vaker) terug willen zien in de nieuwsbrief. Hieruit kwam duidelijk naar voren dat jullie graag meer informatie over lopend of afgerond CAPI onderzoek ontvangen, en dat de literatuurupdate vaker terug mag komen. We gaan kijken hoe we dit kunnen verwerken in de nieuwsbrief, en willen jullie bedanken voor de input!
Tijdens het symposium stond Prof.dr. Maarten Schim van der Loeff stil bij het belang van preventie. Hoewel de algehele conclusie van zijn presentatie was dat voorkomen beter is dan genezen (met een aantal nuances), blijkt preventie in de praktijk ingewikkeld. Dit komt onder andere door de zogenoemde preventieparadox. Daarom is de quizvraag van deze nieuwsbrief:
Wat is de meest passende beschrijving van de preventieparadox, zoals we deze zien binnen de infectieziektebestrijding?
Een maatregel is op populatieniveau zeer effectief, maar kan door het individu als minder nuttig worden ervaren, zoals bijvoorbeeld een vaccinatie.
Als maatregelen in het verleden efficiënt succesvol zijn geweest en de dreiging van een infectieziekte is afgenomen, kunnen mensen minder geneigd zijn om de maatregelen te blijven volgen omdat ze het risico op het krijgen van de infectieziekte als laag inschatten.
Succesvolle preventie leidt vaak tot een situatie waarin beleidsmakers en het publiek het belang van preventie onderschatten. Hierdoor kunnen financiering en implementatie van preventieve strategieën in gevaar kunnen komen.
Even voorstellen:
Tamara Kleine, managementassistente bij AWPG Mosa en CAPI
Mijn naam is Tamara Kleine en sinds 2019 werk ik met veel enthousiasme bij de GGD Zuid-Limburg. Ik ben gestart bij het secretariaat van SIM (Seksuele Gezondheid, Infectieziektebestrijding en Milieu), en in 2023 heb ik de overstap gemaakt naar de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Mosa.
Deze verandering heeft gezorgd voor meer uitdaging en nieuwe werkzaamheden, die ik met veel plezier uitvoer. Momenteel vervul ik de functie van managementassistent voor zowel AWPG Mosa als CAPI.
Mijn werkzaamheden zijn divers en omvatten onder andere het bieden van ondersteuning aan CAPI en de AWPG Mosa, het notuleren van vergaderingen, het ondersteunen van verschillende projecten en het uitvoeren van organisatorische en administratieve taken. Wat ik vooral waardeer in mijn werk, is de afwisseling, het contact met collega’s, en de mogelijkheid om als aanspreekpunt te fungeren en problemen op te lossen. Ik geniet van de fijne samenwerking met mijn collega’s en de uitdaging die het meebrengt om nieuwe taken op te pakken. Daarnaast neem ik ook deel aan de Ondernemingsraad (OR) bij de GGD Zuid-Limburg.
Donderdag 30 januari is het CAPI Symposium geweest. Hier heb ik de CAPI-collega’s ondersteund bij onder andere de accreditatieaanvraag, het versturen van de uitnodiging, en ben ik die dag zelf aanwezig geweest als host.
In mijn vrije tijd breng ik graag tijd door met vrienden en familie.
Publicatie in de spotlight
Elke twee maanden zetten we een publicatie uit de tweemaandelijkse literatuur update in de spotlight! In deze nieuwsbrief lichten we het artikel “Agile, on-demand wastewater surveillance of virus infections to support pandemic and outbreak response in Rotterdam-Rijnmond, the Netherlands, 2020 to 2022” uit, dat is geschreven door Emma Besijn, Jane Whelan, Paul Bijkerk, Gregorius J Sips, Jeroen Langeveld, Ray W Izquierdo-Lara, Elvira van Baarle, Remy Schilperoort, Marion P G Koopmans, Miranda de Graaf, Gertjan Medema, en Ewout Fanoy.
Agile, on-demand rioolwatersurveillance voor virusinfecties om uitbraak-respons en pandemische paraatheid te versterken in Rotterdam-Rijnmond, 2020 tot 2022
Rioolwatersurveillance kan een krachtige manier zijn om infectieziekten vroegtijdig te signaleren. Door rioolwater te bemonsteren en in het lab pathogenen te identificeren, kunnen uitbraken snel worden opgespoord en infectietrends in kaart worden gebracht. Vaak wordt zo’n proces uitgevoerd bij grote waterzuiveringsinstallaties met dure apparatuur. Kleinschaligere toepassingen, zoals in rioolputten, zouden echter kansen bieden om lokaal transmissie inzichtelijk te maken en gericht actie te kunnen ondernemen.
Recent zijn kleine, goedkope en eenvoudig te gebruiken passieve samplers ontwikkeld, gevalideerd voor SARS-CoV-2 detectie. De vraag is echter: hoe toepasbaar en betrouwbaar zijn ze? Om dit te onderzoeken heeft de GGD Rotterdam-Rijnmond zes pilotstudies uitgevoerd, waarin ‘on-demand’ rioolwatersurveillance werd toegepast voor SARS-CoV-2 (inclusief varianten) en Mpox. In deze studies werden deze kleine passieve samplers in rioolbuizen geplaatst en monsters met PCR geanalyseerd.
De resultaten zijn veelbelovend. Lokale transmissieplekken van SARS-CoV-2 werden succesvol geïdentificeerd, Omicron-varianten werden snel gedetecteerd en er werd geen opkomende Mpox-transmissie vastgesteld. Passieve bemonstering blijkt daarmee een betrouwbare methode voor plaatselijke surveillance. Een groot voordeel van passieve bemonstering ten opzichte van andere vormen van rioolwatersurveillance is dat het mogelijk maakt om kleine of lokale populaties in beeld te brengen die zich mogelijk in kwetsbare situaties bevinden. Echter spelen er daarbij ook ethische en juridische vraagstukken. Het is daarom ook essentieel om gemeenschappen vroeg te betrekken, samen te werken met belanghebbenden, en duidelijke protocollen op te stellen voor bemonstering, datagebruik en privacy.
Dit onderzoek bevestigt de toepasbaarheid en haalbaarheid van passieve bemonstering voor real-time surveillance van infectieziekten. Deze surveillance-methode zou ook breder kunnen worden toegepast op meerdere pathogenen. Een innovatieve stap naar gerichte, real-time infectieziektebestrijding!
Meer weten over de resultaten van dit onderzoek? Lees hier het volledige artikel.
Aankomende evenementen en promoties
13 februari
Symposium
1ste Nederlandse Vaccinatiedag
13 februari
14 februari
9 maart
Deadline
Indienen abstracts/posters voor transmissiedag RIVM
10 maart
Webinar
NVIB Wetenschapscommissie Webinar:
Hoe organiseer je een succesvolle journalclub?
11 maart
13 maart
Webinar
EPI Masterclass CIb RIVM (onderwerp volgt)
18 maart
25 maart
Symposium
RIVM Transmissiedag
27 maart
Webinar
EPI Masterclass CIb RIVM (onderwerp volgt)
Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.