Menu

Tag Archive: Onderzoek

  1. CAPI Nieuwsbrief – april 2025

    Reacties uitgeschakeld voor CAPI Nieuwsbrief – april 2025

    Welkom bij deze lente-editie van de CAPI nieuwsbrief! Leuk dat je meeleest. In deze editie blikken we terug op het CAPI Café over wet- en regelgeving bij infectieziekteonderzoek, vertelt PhD kandidaat Laura Boogaard over haar onderzoek gericht op de infectielast van arbeidsmigranten en blikken we vooruit op de komende CAPI Academy. Ook stelt CAPI programmacoördinator Jonna Wijburg zich voor, en kun je kennis maken met de nieuwste CAPI publicatie van Daniel Franken. Ook staat er een publicatie in de spotlight van onze tweemaandelijkse literatuurupdate, vind je weer een nieuwe quizvraag en is de kalender bijgewerkt. Kortom: een goed gevulde nieuwsbrief! Veel leesplezier!

    CAPI Café: terugblik met factsheet

    Op 11 maart vond het CAPI Café over wet- en regelgeving bij infectieziekte-onderzoek plaats op locatie bij GGD Amsterdam. Tijdens haar overzichtelijke presentatie nam Dr. Marjolein Booij, onderzoekscoördinator bij de afdeling infectieziekten van GGD Amsterdam, ons mee in de verschillende wetten en processen die van belang zijn bij het doen van medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen. Wij hebben de take-home messages van dit CAPI Café voor je op een rijtje gezet. Benieuwd? Klik dan op onderstaande button!

    Infectieziektelast en arbeidsmigratie in Europa
    Laura Boogaard, PhD bij AMPHI

    Arbeidsmigratie is de voornaamste reden voor internationale migratie. In Europa is 1 op de 10 werknemers arbeidsmigrant en dit aantal zal blijven stijgen. De verwachting is dat praktisch geschoolde arbeidsmigranten in laagbetaalde sectoren een hogere infectieziektelast en slechtere toegang tot zorg hebben, door factoren gerelateerd aan migratie en een lage sociaaleconomische status. Het doel van dit promotietraject is om het inzicht te vergroten in (determinanten van) infectieziektelast bij praktisch geschoolde arbeidsmigranten in Europa, evenals hun behoefte aan, gebruik van en ervaring met de zorg voor deze infectieziekten.  

    Hiertoe combineren we kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Twee van de kwantitatieve studies focussen op het voorkomen van, risicofactoren voor en verspreiding van COVID-19. Voor de studie die nu loopt werken diverse GGD-en samen om data te verzamelen over meldingsplichtige infectieziekten en gerelateerd zorggebruik bij arbeidsmigranten. Een kwalitatieve studie richt zich op de ervaringen en behoeften van arbeidsmigranten met betrekking tot zorg voor infectieziekten, en op barrières en bevorderende factoren daarin. 

    Uitgelicht: Binnen dit PhD-traject hebben we een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd naar infectieziektelast bij praktisch geschoolde arbeidsmigranten die werken in de EU. We zochten in de belangrijkste databases op systematische wijze studies over morbiditeit, mortaliteit en zorggebruik van infectieziekten bij deze doelgroep. Ruim vijftig studies bleken verricht te zijn op dit onderwerp. Het merendeel van de studies richt zich op morbiditeit. De helft betreft studies naar infectieziektelast voor SOA, HIV en hepatitis B en C in sekswerkers. De infectieziektelast voor deze ziekten bleek over het algemeen verhoogd in deze groep arbeidsmigranten. Studies naar COVID-19 bleken ook veel voorkomend, en gericht op arbeidsmigranten in een breder scala aan beroepen, zoals landbouw en industrie. Deze resultaten worden momenteel geanalyseerd. 

    CAPI Academy – Literatuur zoeken in PubMed

    In de vorige nieuwsbrief kondigden we de eerste editie van de CAPI Academy aan: een online workshop op 8 mei van 14:00 – 16:00 uur, waarin we aan de slag gaan met strategieën om systematisch literatuur te zoeken in PubMed.

    We zijn blij dat we in een korte tijd veel aanmeldingen hebben ontvangen! De workshop is inmiddels vol en de inschrijving is gesloten. Je kunt je nog wel aanmelden voor de wachtlijst door te mailen naar info@capi-consortium.nl. Wanneer er een plek vrijkomt, krijg jij als eerste bericht!

    CAPI publicatie: Naleving van malariapreventiemaatregelen onder reizigers 

    Reizigers in een subtropisch gebied

    CAPI PhD-kandidaat Daniel Franken publiceerde onlangs het artikel: ‘Adherence to stand-by emergency treatment and mosquito protection measures in short-term travellers to moderate malaria risk areas’. Wij feliciteren Daniel en co-auteurs met deze publicatie! 

    Malaria blijft een bedreiging voor reizigers naar (sub)tropische gebieden. Dit onderzoek beoordeelde de naleving van malariapreventiemaatregelen onder reizigers naar malariagebieden met een matig risico, waaronder het gebruik van stand-by-noodbehandeling (SBET), het zoeken van gezondheidszorg tijdens koorts en maatregelen ter bescherming tegen muggen. 

    Van de 686 gerekruteerde reizigers vulden er 405 (59%) het dagboek in. Van deze reizigers kreeg 44% vóór de reis een SBET voorgeschreven, hoewel vermoedelijk slechts een klein deel van hen daadwerkelijk op afstand reisde. Geen van de 25 reizigers die koorts rapporteerden, gebruikte het voorgeschreven SBET en vijf zochten medische hulp. Vijfendertig procent van de deelnemers gebruikte DEET en 5% gebruikte een klamboe op ≥75% van de nachten met malariarisico. Een langere reisduur was geassocieerd met een lager DEET-gebruik. 

    Weinig reizigers met koorts gebruikten SBET of zochten medische hulp, ondanks hun advies vóór de reis. Om kosten en verspilling van medicatie te beperken, zou SBET alleen moeten worden geadviseerd aan reizigers die naar zeer afgelegen gebieden reizen waar medische hulp ontoegankelijk is. Verder onderzoek moet zich richten op de gedragsconcepten die aan deze keuzes ten grondslag liggen.

    Lees het hele artikel.

    Even voorstellen: Jonna Wijburg, CAPI programmacoördinator vanuit CEPHIR 

    Mijn naam is Jonna en ik ben een van de vijf programmacoördinatoren van CAPI, vanuit de AWPG CEPHIR. Al anderhalf jaar zet ik me met veel plezier in voor het consortium. Wat ik zoal doe? Samen met mijn collega’s organiseer ik het jaarlijkse CAPI Symposium, coördineer ik het scholingsaanbod – zoals de CAPI Cafés en Academies – en stellen we de tweemaandelijkse literatuurupdate en deze nieuwsbrief samen.  

    Naast mijn taken bij CAPI ben ik ook junior onderzoeker bij de GGD Rotterdam-Rijnmond. Daar heb ik onderzoek gedaan naar no-shows bij het Centrum Seksuele Gezondheid. Door middel van statistische analyses bracht ik in kaart welke factoren hierop van invloed zijn, zodat we gerichter kunnen werken aan oplossingen. Daarnaast ben ik betrokken bij projecten over transmissie van orale gonorroe en maternale kinkhoestvaccinatie.

    Mijn werk bij zowel CAPI als de GGD sluit helemaal aan bij wat ik belangrijk vind: wetenschap toegankelijk maken en bijdragen aan verbeteringen die direct impact hebben op de samenleving. Dit ontdekte ik al tijdens mijn studie Biomedische Wetenschappen in Bordeaux (Frankrijk), toen ik als gids in een wetenschapsmuseum werkte. Daar werd ik me ervan bewust hoe belangrijk het is om wetenschappelijke kennis op een boeiende manier over te brengen– bij voorkeur al op jonge leeftijd, om zo de kloof tussen wetenschap en maatschappij te verkleinen. Dit motiveerde me om een tweede master te doen: Global Health aan de VU, waarmee ik mijn ambitie verder kon verdiepen. 

    Ook buiten mijn werk blijft mijn nieuwsgierigheid mij drijven. Ik volg graag nieuwe interessante cursussen (momenteel ‘documentaire maken’!), leer graag talen en reis het liefst avontuurlijk – liftend en wildkamperend, omdat je zo de meest onverwachte mensen, situaties en plekken tegenkomt. Daarnaast ben ik vaak creatief bezig en heb ik misschien iets te veel hobby’s. 

    Publicatie in de spotlight

    Elke twee maanden zetten we een publicatie uit de tweemaandelijkse literatuur update in de spotlight. In deze nieuwsbrief lichten we het artikel “Sentinel chicken surveillance reveals previously undetected circulation of West Nile virus in the Netherlands” uit, dat is geschreven door Kiki Streng, Nnomzie Atama, Felicity Chandler, Rody Blom, Henk van der Jeugd, Maarten Schrama, Marion Koopmans, Wim van der Poel, en Reina Sikkema. 

    Surveillance van sentinelkippen onthult eerder onopgemerkte circulatie van West-Nijlvirus in Nederland. 

    In 2020 werd Nederland voor het eerst geconfronteerd met een uitbraak van het West-Nijlvirus (WNV), terwijl het Usutuvirus (USUV) al sinds 2016 circuleerde. Beide virussen worden vooral door muggen overgedragen en kunnen ernstige ziekten veroorzaken bij vogels en mensen. Vroege detectie en monitoring van deze virussen helpen bij het voorkomen van verdere verspreiding en het nemen van preventieve maatregelen. 

    Na de ontdekking van WNV in Nederland vroegen wetenschappers zich af of kinderboerderijen konden dienen als stedelijke wachtposten om de verspreiding van deze virussen te monitoren. Kinderboerderijen zijn geschikt voor virusmonitoring omdat ze vaak in stedelijke gebieden liggen en een constante populatie van dieren hebben die regelmatig in contact komen met mensen en andere dieren.  

    Voor het onderzoek werden gedurende een jaar kippen (n=639) van 36 kinderboerderijen en achtertuinen binnen een straal van 15 kilometer van de uitbraakgebieden bemonsterd. Hun bloed werd onderzocht op antilichamen tegen WNV en USUV. Daarnaast werden ook muggen (n=47) verzameld op de bemonsteringslocaties om hun bloedvoedingsgedrag te beoordelen en te testen of ze drager zijn van de virussen WNV en USUV.  

    De resultaten waren opvallend: zowel WNV als USUV werden gedetecteerd in de bloedmonsters, zelfs buiten de oorspronkelijke uitbraakgebieden. Dit toont aan dat bemonstering van kinderboerderij-kippen en muggen een waardevolle rol kan spelen in de viruscirculatie monitoring, vooral in stedelijke gebieden.  

    Hoewel deze studie het belang van innovatieve surveillancemethoden benadrukt en wijst op gezondheidsrisico’s die anders onopgemerkt zouden blijven, is verder onderzoek nodig om de effectiviteit van bemonstering van kinderboerderij-kippen en muggen als monitoringsinstrument volledig te begrijpen. 

    Meer weten over de resultaten van dit onderzoek? Lees hier het volledige artikel. 

    CAPI Quizvraag!

    In de vorige quizvraag vroegen we jullie hoe er binnen de bestrijding van infectieziekten wordt omgegaan met privacy-uitdagingen bij rioolwatersurveillance. Het juiste antwoord, het analyseren en rapporteren van geaggregeerde data op regionaal niveau, werd door 88% van de lezers gekozen. 

    Welkom bij de quizvraag van deze maand!  

    In de rubriek ‘Publicatie in de spotlight’ heb je kunnen lezen over de rol van sentinelkippen bij het monitoren van het West-Nijlvirus (WNV). Deze kippen dienen als vroege waarschuwingssystemen voor viruscirculatie en potentiële overdracht naar de mens. Antilichamen spelen een cruciale rol in dit proces, omdat ze het immuunsysteem helpen om virussen te herkennen en te bestrijden. 

    Recent onderzoek heeft aangetoond dat de antilichamen tegen het usutuvirus (USUV) bij kippen na ongeveer 20 weken snel afnemen. Wat betekent dit?  

    Kippen kunnen na ongeveer vijf maanden minder beschermd zijn tegen een nieuwe infectie door hetzelfde virus. 

    Onderzoek naar antilichamen bij kippen is niet de juiste methode om de circulatie van het virus te monitoren.

    De aanwezigheid van antilichamen tegen het USUV heeft geen invloed op de kans op herinfectie bij kippen.

    Aankomende evenementen en promoties

    24 april

    Webinar
    EPI Masterclass CIb RIVM van 12:30-13:30
    (onderwerp volgt)

    6 mei

    Deadline
    Subsidiecall ZonMw Infectieziektebestrijding

    8 mei

    CAPI Academy
    Literatuur zoeken in PubMed

    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

  2. CAPI Nieuwsbrief – december 2024

    Reacties uitgeschakeld voor CAPI Nieuwsbrief – december 2024

    Welkom bij de laatste CAPI nieuwsbrief van dit jaar! In deze editie vind je de CAPI Masterclass over het schrijven van een wetenschappelijk artikel, lees je over het onderzoek over schurft in Nederland door PhD kandidaat Sunia Somra, en maak je kennis met CAPI programmaleider Janneke Heijne. Ook blikken we terug op de wrap-up bijeenkomst van de CAPI jaaronderzoekers van 2024 en geven we een terugkoppeling over de CAPI meedenksessies die dit najaar met GGD’en werden gehouden. Verder vind je in deze nieuwsbrief een kerstige quizvraag, de kalender met aankomende evenementen en promoties, én de publicatie in de spotlight, die deze keer gaat over de maternale kinkhoestvaccinatie. Veel leesplezier en alvast fijne feestdagen gewenst!

    Terugblik op de CAPI wrap-up:
    waar komen de resultaten van de CAPI jaaronderzoekers terecht?

    Op dinsdag 12 november kwamen de CAPI jaaronderzoekers van 2024 bijeen tijdens een online wrap-up sessie. Het doel? Samen nadenken over hoe ze hun onderzoeksresultaten effectief kunnen delen en benutten. Hoe zorg je dat de juiste boodschap bij de juiste doelgroep terecht komt? En wat als je onderzoek meerdere doelgroepen heeft? De sessie bracht veel discussie met creatieve ideeën teweeg, waaronder:

    • Doelgerichte factsheets
      Ontwikkel factsheets die specifiek aansluiten bij je doelgroep, zoals een toegankelijke versie voor studie-deelnemers en een technische versie voor professionals. Let daarbij op onbedoelde effecten, zoals twijfels versterken in plaats van wegnemen.
    • Webinars en symposia
      Organiseer bijeenkomsten gericht op je doelgroep en maak gebruik van relevante kanalen om deelnemers te werven. Betrek je netwerk en nodig gericht mensen uit. Accreditatie kan zorgprofessionals extra motiveren.
    • Gebruik bestaande platforms
      Meeliften op bestaande congressen, vaktijdschriften of netwerken vergroot je bereik. Onderzoeksresultaten kunnen ook bijdragen aan beleid of richtlijnen. Zoek de verbinding met beleidsmakers.
    • Nieuwe doelgroepen
      Overweeg of je resultaten ook relevant zijn voor groepen buiten je oorspronkelijke doelgroep. Dit kan de impact van je onderzoek vergroten.

    En wat als je ideeën hebt, maar de expertise in het ontwikkelen van een symposium of een filmpje niet bezit? In je netwerk zit vast iemand die zoiets al eerder heeft gedaan en je verder kan helpen. Dat bleek ook uit deze wrap-up: samen komen we verder!

    Wij bedanken de CAPI jaaronderzoekers voor hun actieve bijdrage en wensen hun veel succes met het uitvoeren van hun plannen!

    Schurft in Nederland
    door CAPI PhD kandidaat Sunia Somra

    Ik ben in 2023 getart met mijn PhD-onderzoek bij GGD Rotterdam-Rijnmond en Erasmus MC. Mijn onderzoek richt zich op schurft in Nederland. In de afgelopen jaren is het aantal gevallen van schurft in Nederland en andere Europese landen sterk toegenomen. Mijn onderzoek richt zich op factoren die verspreiding van schurft bevorderen en hoe we schurft beter kunnen voorkomen.

    Voor mijn eerste paper, dat inmiddels is ingediend, hebben we onderzocht in hoeverre studenten met schurft al hun contacten waarschuwen en welke factoren daarop van invloed zijn. Vijftien studenten die recent schurft hadden gehad, namen deel aan semigestructureerde diepte-interviews.

    De resultaten laten zien dat de meeste studenten hun contacten tijdig informeren, behalve bij losse bedpartners en minder hechte contacten, die vaak te laat of helemaal niet worden geïnformeerd. Twijfels over de bron van de infectie en de effectiviteit van de behandeling spelen een rol, net als negatieve emoties en het stigma buiten de studentenkring. Toekomstige interventies zouden deze belemmeringen moeten aanpakken, bijvoorbeeld door studenten bewust te maken van de gevolgen van het niet informeren van losse contacten en door het tegengaan van stigmatiserende opvattingen. 

    Daarnaast hebben we 15 studenten geïnterviewd die in contact zijn geweest met iemand met schurft, met als doel inzicht te krijgen in hoeverre zij de aanbevolen maatregelen naleven en welke sociaalpsychologische factoren hierbij een rol spelen. Verder onderzoeken we het zorgtraject van mensen die de huisarts bezoeken omdat ze denken dat ze schurft hebben of omdat ze in contact zijn geweest met iemand die besmet is. Dit is een kwantitatief onderzoek en hiervoor maken we gebruik van gegevens van Rijnmond Gezond, een database met informatie van huisartsen, zoals diagnoses en medicijngebruik. 

    Tijdens mijn studie gezondheidswetenschappen ontdekte ik mijn passie voor onderzoek. Mijn interesse in infectieziekten begon echter bij de GGD Haaglanden, waar ik epidemiologisch onderzoek naar COVID-19 verrichtte. In mijn vrije tijd breng ik graag tijd door met mijn 11 maanden oude zoontje of sta ik in de keuken om iets lekkers te bakken. 

    Terugkoppeling GGD Meedenksessies:
    Hulplijn voor onderzoek

    In oktober 2024 organiseerde CAPI een drietal online meedenksessies met afgevaardigden van de GGD IZB-teams met het doel om knelpunten en benodigdheden rondom het doen van wetenschappelijk onderzoek bij GGD’en te bespreken. IZB professionals van 15 verschillende GGD regio’s gaven hun input tijdens deze sessies. Deze input geeft CAPI richting voor mogelijke ontwikkelpunten in het kader van academisering van GGD’en. Lees hier het uitgebreide verslag van de meedenksessies.

    Het hoofdpunt dat naar voren kwam, is de landelijke behoefte aan een plek waar je terecht kan om hulp te vragen bij onderzoek. Hoewel CAPI niet de capaciteit heeft om uitgebreide inhoudelijke ondersteuning te bieden, zetten we ons netwerk graag in om collega’s te helpen waar mogelijk. Heb je een vraag over bijvoorbeeld juridische ondersteuning, onderzoeksvragen of methodes, expertises van de verschillende academische werkplaatsen, of een vraag over onderzoeksprocessen? Stuur je vraag naar info@capi-consortium.nl en CAPI zal je, indien mogelijk, verbinden met een collega binnen een AWPG die meer weet over jouw vraag. Voor uitgebreide inhoudelijke ondersteuning (bijvoorbeeld het meeschrijven aan een DPIA of onderzoeksvoorstel), kun je contact zoeken met andere GGD-collega’s of een AWPG.

    CAPI Masterclass ‘Schrijven van een internationaal wetenschappelijk artikel’

    Samen met GGD GHOR Nederland werkte CAPI aan een reeks VIP-masterclasses, waarin de verschillende stappen van het doen van praktijkgericht onderzoek worden behandeld. Prof.dr. Christian Hoebe en dr. Ymke Evers maakten de onderzoeks-cyclus rond met de derde en daarmee laatste masterclass, getiteld ‘Het schrijven van een internationaal wetenschappelijk artikel’. In deze masterclass leer je hoe je van jouw onderzoek tot een gestructureerde publicatie komt die écht impact maakt. Waar moet je allemaal rekening mee houden? Hoe breng je structuur aan? En wat is een goede titel? Christian en Ymke nemen je mee in alle stappen en geven je praktische handvatten die je kunt toepassen terwijl je zelf aan het schrijven bent. Veel kijkplezier!

    CAPI Quizvraag!

    In de vorige nieuwsbrief vroegen we wat de belangrijkste uitdaging is voor het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in de volksgezondheid bij het voorspellen van ziekte-uitbraken. Het juiste antwoord was dat AI-systemen vaak grote hoeveelheden goed georganiseerde gegevens nodig hebben, die in de publieke gezondheidszorg niet altijd beschikbaar zijn. Van alle lezers die de quizvraag hebben beantwoord gaf 36% het juiste antwoord!

    Voor deze nieuwsbrief hebben we een quizvraag opgesteld die past bij de tijd van het jaar.
    Welk effect van een kerstbezoek aan de schoonfamilie op de darmflora werd in een onderzoek ontdekt?

    De darmflora werd gezonder door de positieve effecten van het samenzijn met familie op de algehele gezondheid.

    Er was een afname van de ruminococcus-bacterie in de darmflora, wat ook bij stress en depressie wordt gezien.

    Het eten van kerstmaaltijden met veel vlees en vetten maakte de darmflora gezonder.

    De samenstelling van de darmflora bleef onveranderd.

    Maak kennis met CAPI programmaleider
    Janneke Heijne

    Sinds april vorig jaar werk ik als Programmaleider voor CAPI namens het Sarphati Initiatief. Het Sarphati initiatief is de academische werkplaats publieke gezondheid voor de regio Noord-Holland en Flevoland. Het is een samenwerkingsverband tussen onder andere de afdeling Infectieziekten van het Amsterdam UMC en de GGD’en in de regio.

    Binnen de werkplaats ben ik projectleider voor infectieziekten.
    Bij CAPI richt ik me breed op het academiseren van GGD’en. Zo gaf ik een Masterclass met de titel “Van onderzoeksvraag naar resultaten” en modereerde ik het eerste CAPI-café. Daarnaast begeleid ik verschillende onderzoekers die verbonden zijn aan CAPI en/of het Sarphati Initiatief.

    Naast mijn rol bij CAPI en het Sarphati Initiatief ben ik hoofd van het team Onderzoek en Preventieontwikkeling bij de GGD Amsterdam. Ons team voert een breed scala aan onderzoeken uit, vrijwel allemaal gericht op het verbeteren of (wetenschappelijk) onderbouwen van beleid rond infectieziektebestrijding. Het team werkt interdisciplinair, met een nauwe samenwerking tussen praktijk, onderzoek, beleid en onderwijs.  

    Van oudsher ligt onze focus op de preventie en bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Een voorbeeld hiervan is de Amsterdam Cohort Studies, een van de langstlopende hiv-onderzoeken ter wereld, dat al meer dan 40 jaar loopt. Dit cohort heeft een belangrijke rol gespeeld in onze huidige kennis over hiv en is een succesvolle samenwerking tussen de GGD Amsterdam en het Amsterdam UMC. Zelf hou ik mij ook bezig met het ontwikkelen van rekenmodellen om de impact van maatregelen op verspreiding te berekenen, met een focus op antimicrobiële resistentie. 

    Voordat ik bij CAPI begon, werkte ik 10 jaar bij het RIVM als senior onderzoeker, en later als (plaatsvervangend) afdelingshoofd van de soa groep. In mijn vrije tijd luister ik graag naar podcasts, maak ik wandelingen (bij voorkeur in de bergen), en doe ik regelmatig aan bootcamp. En koffiedrinken natuurlijk – dat blijft toch wel mijn favoriete bezigheid! 

    Publicatie in de spotlight

    Elke twee maanden zetten we een publicatie uit de tweemaandelijkse literatuur update in de spotlight! In deze nieuwsbrief lichten we het artikel “Insights into maternal pertussis vaccination counselling: a qualitative study on perspectives and experiences among midwives and gynaecologists in the Netherlands” uit, dat is geschreven door Veja Widdershoven, Eveline van Eerd, Marije Pfeyffer, Liesse Vanderhoven, Amanja Verhaegh-Haasnoot, Rianne Reijs en Christian Hoebe.

     Inzicht in voorlichting over maternale kinkhoestvaccinatie: een kwalitatieve studie over perspectieven en ervaringen van verloskundigen en gynaecologen in Nederland. 

    De maternale kinkhoestvaccinatie (MKV) is een effectieve manier om pasgeborenen te beschermen tegen bepaalde infectieziekten. Verloskundigen hebben de taak om de MKV kort te bespreken, informatiefolders uit te delen en hun cliënten door te verwijzen naar de JGZ. Toch blijft de vaccinatiegraad voor de MKV in Nederland laag, met slechts 64%.

    Onderzoek toont aan dat MKV aanbevelingen van zorgprofessionals een grote invloed hebben op de vaccinatiebereidheid van zwangere vrouwen. Maar welke factoren beïnvloeden de manier waarop verloskundigen en gynaecologen deze vaccinatie bespreken? Om dit te onderzoeken voerde Veja Widdershoven interviews uit met 14 zorgprofessionals (verloskundigen en gynaecologen). Dit onderzoek bracht obstakels en mogelijkheden aan het licht die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van betere strategieën om de vaccinatiegraad te verhogen.

    Uit de interviews bleek dat zorgprofessionals in deze studie een vergelijkbare aanpak hanteren: ze vragen naar de kennis van cliënten over de MKV, geven basisinformatie over de vaccinatie en delen flyers uit. Tegelijkertijd kwamen er verschillende uitdagingen naar voren. Zorgprofessionals proberen neutraal te blijven en vermijden vaak een expliciete aanbeveling om wel of niet te vaccineren, hoewel ze zich bewust zijn van hun invloed op de besluitvorming van cliënten. Tijdgebrek, onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en een gebrek aan financiële ondersteuning vormen belangrijke obstakels. Daarnaast voelen sommige zorgprofessionals zich onzeker over het beantwoorden van lastige vragen of over het omgaan met vaccinatietwijfel. 

    De zorgmedewerkers benadrukken het belang van neutrale voorlichting, zodat er een onafhankelijke keuze gemaakt kan worden over de MKV. Om de vaccinatiegraad te verhogen is het belangrijk om zorgprofessionals te ondersteunen met duidelijke richtlijnen, extra training en financiële compensatie voor hun tijdsinvestering. Dit onderzoek benadrukt de noodzaak van gerichte interventies om zorgprofessionals beter in staat te stellen om de MKV effectief te promoten.

    Ben je geïnteresseerd en wil je meer weten over dit onderzoek? Lees dan hier het volledige artikel.

    Aankomende evenementen en promoties

    15 december

    Deadline
    Abstract submissions NVMM spring meeting

    17 januari

    Bijeenkomst
    (Pandemische) Paraatheid bijeenkomst bij het RIVM voor verpleegkundigen, artsen, beleidsmedewerkers, communicatieadviseurs, coördinatoren LFI implementatie, epidemiologen en managers betrokken bij IZB op de GGD.  

    23 januari

    Deadline
    Aanmelden CAPI Symposium 2025

    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

  3. CAPI Nieuwsbrief – november 2024

    Reacties uitgeschakeld voor CAPI Nieuwsbrief – november 2024

    Welkom bij een goed gevulde editie van de CAPI Nieuwsbrief! In deze editie vind je de aanmeldlink voor het CAPI Symposium 2025. Ook maak je kennis met twee CAPI jaaronderzoeken: Senne Wijnen vertelt over haar afgeronde jaaronderzoek over post-COVID en Lotte Werner geeft een kijkje in haar onderzoek over de EZI-PrEP studie. Ook vertelt PhD-kandidaat Maarten de Jong over zijn onderzoek rondom rioolwatersurveillance, waar hij onlangs een artikel over publiceerde, en blikken we terug op het CAPI Café over het gebruik van AI voor vroege uitbraakdetectie. Verder vind je in deze nieuwsbrief een nieuwe quizvraag, de literatuurupdate, én de kalender met aankomende evenementen en promoties. Veel leesplezier!

    Uitnodiging CAPI Symposium 2025

    Op donderdag 30 januari 2025 organiseren we de tweede editie van het jaarlijkse CAPI Symposium – Besmettelijke kennis in Utrecht. Dit symposium staat in het teken van onderzoek op het vlak van infectieziektebestrijding, seksuele gezondheid, reizigersadvisering, en tuberculosebestrijding, uitgevoerd door en voor GGD’en. Naast presentaties over praktijkgericht infectieziekten-onderzoek door GGD’en en AWPG’en, staan dit jaar de keynote lectures ‘Is voorkomen beter dan genezen?’ door Prof.dr. Maarten Schim van der Loeff en ‘’Dealen met de media’ – volksgezondheidsonderzoek door de lens van een journalist’ door onafhankelijk wetenschapsjournalist Jop de Vrieze op het programma. Ben jij er ook bij? Meld je dan uiterlijk 23 januari 2025 aan.

    Wil jij de onderzoeksresultaten van jouw infectieziekten-onderzoek presenteren op het CAPI Symposium? Tot en met 22 november 2024 staat de call for abstracts open.

    CAPI Publicatie: Uitbraken van infecties in de gaten houden via het rioolwater, het kan!

    CAPI PhD-kandidaat Maarten de Jong publiceerde onlangs een artikel over een van zijn onderzoeksprojecten over rioolwatersurveillance. In deze rubriek vertelt Maarten over zijn onderzoek. Wil je het volledige artikel lezen, klik dan hier. Wij feliciteren Maarten met zijn publicatie!

    Bij sommige infectieziekten, zoals hepatitis A, kan een geïnfecteerd persoon geen klachten hebben maar toch anderen besmetten. Om deze zogenaamde ‘stille transmissie’ te monitoren, hebben we rioolmonsters genomen in de buurt van een school in Amsterdam, waar in oktober 2022 bij meerdere kinderen hepatitis A werd vastgesteld. We gebruikten kleine, goedkope en makkelijk te gebruiken riool bemonsteraars om virussen die in ontlasting zitten uit het rioolwater te filteren. 
     
    Het is ons gelukt om het hepatitis A-virus in het rioolwater te detecteren. Het specifieke type hepatitis A-virus in het rioolwater was identiek aan dat van de geïnfecteerde kinderen. De maatregelen om de uitbraak te beheersen bleken effectief, omdat dit specifieke type hepatitis A-virus uit het riool verdween. We vonden ook een ander type hepatitis A-virus in het riool, maar niemand werd getest met dit type hepatitis A-virus. Dit onthulde stille transmissie van een ander type hepatitis A-virus in dat stadsgebied. 

    We hebben voor de eerste keer aangetoond dat het mogelijk is om hepatitis A-virus in rioolwater te detecteren met behulp van riool bemonsteraars om een uitbraak in de gaten te houden. Maar het is ook mogelijk om andere infectieziekten in andere uitbraak-settings via het rioolwater te detecteren en in de gaten te houden.  

    We gaan deze nieuwe en relatief eenvoudige techniek inzetten bij uitbraken van andere infectieziekten in de regio Amsterdam. Ook willen we onderzoeken of we rioolwatermonsters kunnen analyseren met draagbare, relatief goedkope en makkelijk te gebruiken mini-laboratoria. Daarnaast willen we deze techniek gaan inzetten in gebieden waar infectieziekten lastig te bestrijden zijn zoals bijvoorbeeld vluchtelingenkampen waar ik regelmatig heb gewerkt voor Artsen zonder Grenzen. 

    Jaaronderzoeker Lotte Werner vertelt over de EZI-PrEP studie

    Ik ben Lotte en ik ben werkzaam bij de GGD Amsterdam als junior onderzoeker. Voor mijn huidige CAPI-onderzoek werk ik aan een onderzoek binnen de EZI-PrEP studie. De EZI-PrEP studie richt zich op het laagdrempeliger maken van de zorg rondom PrEP-gebruik ter preventie van hiv. PrEP is namelijk zeer effectief om hiv te voorkomen, maar er zijn wel mogelijke barrières gerelateerd aan PrEP-zorg. Denk hierbij aan het moeten vrij nemen van werk of school om naar afspraken te gaan, of een gebrek aan privacy op locatie.

    Binnen de EZI-PrEP studie wordt daarom gekeken naar de mogelijkheid om PrEP-consulten en hiv- en soa-testen online aan te bieden in plaats van op de Centra Seksuele Gezondheid (CSG) van de GGD’en. Daarnaast wordt een minder hoge frequentie van controle afspraken (6-maandelijks in plaats van 3-maandelijks) onderzocht.  

    In mijn onderzoek richt ik mij specifiek op de ervaringen van deelnemers: hoe tevreden waren ze over de zorg die ze hebben ontvangen, en wat zijn hun voorkeuren voor PrEP-zorg? Daarbij kijken we vooral naar de verschillen tussen deelnemers die verschillende vormen van zorg hebben ontvangen (online versus op locatie, en 6-maandelijks versus 3-maandelijks). 

    De voorlopige resultaten laten zien dat online PrEP-zorg over het algemeen als bruikbaar werd ervaren. Ook zien we dat voorkeuren van deelnemers (online of op het CSG; 6-maandelijks of 3-maandelijks) vooral afhangen van de zorg die mensen tijdens de studie hebben ontvangen – men heeft dus de neiging om voorkeur te geven aan wat vertrouwd is. Om de drempel voor PrEP-zorg zo laag mogelijk te houden, zou het aanbieden van keuze voor locatie en frequentie van controle bezoeken voor geïnteresseerden in PrEP een goede benadering zijn. 
     
    Tijdens mijn master Epidemiologie ben ik bij de GGD terechtgekomen voor een onderzoeksstage bij de EZI-PrEP studie – ontzettend leuk om hiermee door te kunnen gaan tijdens mijn CAPI onderzoek! In mijn vrije tijd houd ik van verschillende sporten zoals hardlopen en dansen.

    Terugblik CAPI Café

    Op dinsdag 15 oktober was de vierde editie van het CAPI Café, dit keer bij GGD Groningen. Ruim 100 GGD-collega’s en andere public health professionals waren live of online aanwezig. Maarten Homburg, huisarts en promovendus, heeft ons meegenomen in de wereld van Artificial Intelligence en Natural Language Processing, en hoe dit gebruikt kan worden om op basis van huisartsendata infectieziekte-uitbraken vroegtijdig te voorspellen. Hij vertelde onder andere hoe het AI-model in staat was om retrospectief de RS uitbraak in de zomer van 2021 te identificeren. Na de presentatie was er ruim de tijd voor de vele vragen, zoals de vraag hoe de implementatie van het model in de praktijk eruit zou zien. Het was een inspirerende presentatie, wat terug te zien was in de betrokken deelname. Wij bedanken Maarten en alle deelnemers voor deze leerzame sessie!

    CAPI Quizvraag!

    De quizvraag in de vorige nieuwsbrief ging over het verschil tussen een associatie en een correlatie. Een associatie betekent dat er een relatie is tussen twee variabelen. Correlatie is een vorm van associatie, waarbij er een negatieve of positieve trend in de relatie aanwezig is. Van alle lezers die de quizvraag hebben beantwoord gaf 52% het juiste antwoord!

    Voor de quizvraag van deze nieuwsbrief hebben we ons laten inspireren door het CAPI Café en vroegen we AI om een quizvraag voor jullie te bedenken.
    Wat is de belangrijkste uitdaging voor het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in de volksgezondheid bij het voorspellen van ziekte-uitbraken?

    AI-modellen hebben vaak grote hoeveelheden goed georganiseerde gegevens nodig, die in de publieke gezondheidszorg niet altijd beschikbaar zijn.

    De voorspellende nauwkeurigheid van AI kan sterk variëren tussen regio’s, wat betekent dat het niet mogelijk is om betrouwbare resultaten te krijgen in gebieden met beperkte gezondheidsdata.

    AI-modellen vereisen veel rekenkracht, waardoor het moeilijk is om voorspellingen snel genoeg te maken voor effectief ingrijpen bij ziekte-uitbraken.

    Afgerond CAPI onderzoek: De impact van de post-COVID-conditie

    CAPI jaaronderzoeker Senne Wijnen heeft onlangs haar onderzoek naar de impact van de post-COVID-conditie, uitgevoerd bij AWPG Mosa, afgerond. In deze rubriek neemt Senne ons mee in haar belangrijkste bevindingen en wat die betekenen voor de praktijk. Ook blikt ze terug op haar tijd als onderzoeker: wat ze leuk vond, welke uitdagingen ze tegenkwam, handige tips en wat ze uit deze ervaring meeneemt.

    Samenvatting studie

    Uit onderzoek blijkt dat tenminste één op de zes Zuid-Limburgers langdurige klachten heeft overgehouden aan hun SARS-CoV-2 infectie (1). Dit staat bekend als post-COVID-19 conditie (PCC) of longCOVID. Het hebben van PCC kan een behoorlijke impact hebben op fysieke, mentale en sociale gezondheid. Leven met PCC en met de gevolgen daarvan zou kunnen leiden tot het ervaren van stress. Vaak wordt stress in een individuele context onderzocht, terwijl omgevingsfactoren, zoals sociale contacten, werk, buurt, en verenigingen, ook een belangrijke rol hierin kunnen spelen. Aan de hand van data verkregen uit gedetailleerde digitale vragenlijsten binnen de PRIME (Prevalentie, Risico factoren en IMpact Evaluatie) post-COVID studie onderzocht ik ervaren stress en de daarmee geassocieerde factoren op verschillende niveaus (individueel, interpersoonlijk, gemeenschap en samenleving) bij volwassenen met PCC, en vergeleek deze met volwassenen zonder PCC. Uit de data van ruim 3200 deelnemers, waarvan 1044 met PCC, bleek dat deelnemers met PCC meer stress ervaren dan deelnemers zonder PCC. Op alle niveaus zijn er factoren geassocieerd met stress, en de associaties tussen deze factoren en stress blijken over het algemeen weinig te verschillen tussen de mensen met en zonder PCC. Wat wél opvallend is, is dat deze stress-geassocieerde factoren vaker voorkomen bij mensen met PCC. Denk hierbij aan minder (effectief) kunnen werken door gezondheidsproblemen, minder gunstig sociaal netwerk, het hebben van post-exertionele malaise (PEM) en meer eenzaamheid. De hogere prevalentie van de stress-geassocieerde factoren is een plausibele verklaring voor de hogere stress levels bij deelnemers met PCC.  

    1. Pagen DME, van Bilsen CJA, Brinkhues S, Van Herck M, Konings K, den Heijer CDJ, Ter Waarbeek HLG, Spruit MA, Hoebe CJPA, Dukers-Muijrers NHTM. Prevalence of Long-term Symptoms Varies When Using Different Post-COVID-19 Definitions in Positively and Negatively Tested Adults: The PRIME Post-COVID Study. Open Forum Infect Dis. 2023 Sep 18;10(10) 

    Terug naar de praktijk

    De onderzoeksresultaten zijn relevant voor de maatschappij, werkomgeving maar ook zorgprofessionals. Mede dankzij deze bevindingen hopen wij dat zij herkennen maar ook erkennen dat mensen met PCC meer stress ervaren doordat zij vaker te maken hebben met stress-geassocieerde factoren. Daarbij is het ook belangrijk om bewust te zijn van de volgende drie aspecten: 

    1. Stress omvat een complexe wisselwerking van verschillende omgevings- en individuele factoren, die mogelijk ook elkaar beïnvloeden. Het is dus belangrijk om te focussen op de combinatie van deze verschillende factoren als strategie om stress te verminderen, in plaats van te focussen op één enkele factor.  
    2. Uit dit onderzoek blijkt dat mensen die hersteld zijn van PCC nog steeds verhoogde stress levels ervaren. Hoewel PCC-gerelateerde klachten verminderd kunnen zijn, zijn de gevolgen dat vaak niet (bv, opbouwen sociaal netwerk of re-integreren op werk kost tijd). Dus blijf ook alert op stress bij mensen die recentelijk hersteld zijn van PCC.  
    3. Het aanpakken van stress en factoren die daarmee samenhangen zou mensen met PCC kunnen ondersteunen, maar het is geen genezing voor PCC. 

    Wat vond je leuk? 

    Het was een waardevolle, leuke ervaring om het hele proces van een onderzoek mee te maken: van het identificeren van kennis hiaten, het opstellen van een vragenlijst en het analyseren van een dataset, tot het schrijven van een artikel en hopelijk binnenkort het publiceren ervan.

    Wat was een uitdaging?

    Voor het uitzetten van een nieuwe vragenlijst binnen ons PRIME cohort, hebben we een factsheet gemaakt om eerdere bevindingen binnen het onderzoek met deelnemers te kunnen delen. Het was een leuke uitdaging om deze bevindingen te vertalen naar begrijpelijke taal voor de burger, zonder essentiële wetenschappelijke informatie te verliezen. Ondanks de uitdaging, was het erg interessant om op een andere manier naar de bevindingen te kijken.

    Heb je tips voor GGD-medewerkers die starten met een onderzoek?  

    Zorg dat je een onderwerp kiest waar je interesse ligt, zodat je met plezier in het onderwerp duikt. Wees daarnaast niet bang om hulp te vragen aan collega’s, want in het begin zal er veel nieuw voor je zijn. Maar juist door vragen te stellen leer je het meeste en het snelste.  

    Wat is de belangrijkste les die je is bijgebleven? 

    Een belangrijke les die me is bijgebleven, is dat een onderzoek met een grote dataset meer tijd kost dan je denkt.  Vaak moet je teruggaan, bijschaven en aspecten opnieuw aanpakken door nieuwe inzichten gedurende het onderzoek. Maar het is het zeker waard wanneer je uiteindelijk een mooi eindproduct kunt neerzetten waar de burger echt iets aan heeft. 

    CAPI Literatuurupdate:
    Relevante IZB-artikelen voor de GGD

    Welkom bij onze literatuurupdate! Hier vind je wetenschappelijke artikelen, vers van de pers, die relevant zijn voor jou als professional in de wereld van infectieziekten.

    In een tijd waarin voortdurend onderzoek wordt gedaan naar infectieziekten(bestrijding), is het essentieel om op de hoogte te blijven van de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen.

    Daarom hebben wij een literatuurlijst samengesteld met een selectie van artikelen die speciaal relevant zijn voor IZB-medewerkers. Elke twee maanden vullen wij deze lijst aan. Deze keer hebben we 14 artikelen toegevoegd. Bekijk hier de literatuurlijst.

    Wil je meer weten over de samenstelling van deze lijst? Neem een kijkje op onze website of stuur een e-mail naar info@capi-consortium.nl.

    Aankomende evenementen en promoties

    12 november

    Promotie
    Koen Gorgels
    Unravelling Pandemic Drivers

    20 november

    2 december

    Promotie
    Lisanne Steijvers
    Connections that count: Unraveling the impact of social networks on health and the role in pandemic preparedness

    9 december

    Congres
    VIP Congres Nieuwegein

    10 december

    Promotie
    Veja Widdershoven
    Unravelling vaccination behaviour: observational and experimental studies

    15 december

    Deadline
    Abstract submissions NVMM spring meeting

    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.