Menu

Tag Archive: nieuwsbrief

  1. CAPI Nieuwsbrief – juli 2024

    Leave a Comment

    Welkom bij de zomereditie van de CAPI Nieuwsbrief, de nieuwsbrief die is ontwikkeld om je te informeren over de activiteiten van CAPI, onze collega’s voor te stellen en relevante literatuur te delen. In deze editie vind je een save the date voor ons jaarlijkse CAPI Symposium. Na het grote succes van vorig jaar zijn wij erg enthousiast om het symposium opnieuw te organiseren, en wij hopen dat jij er ook bij bent! Verder maak je in deze editie kennis met twee van onze onderzoekers, Liën en Liesse. Daarnaast belichten we een wetenschappelijk artikel over het thema ethiek binnen computationele modellering. 

    De CAPI nieuwsbrief zal een korte zomerpauze houden. In september zien we je graag weer, met een editie waarin we het komende CAPI Café zullen aankondigen. Alvast een voorproefje:  het Café zal gaan over het gebruik van AI modellen voor het voorspellen van infectieziekte-uitbraken! 

    Namens de CAPI stuurgroep wensen wij jullie allemaal een hele fijne zomer! 

    Veel leesplezier en tot in september! 

    SAVE THE DATE! 30 januari 2025
    Het CAPI Symposium – Besmettelijke kennis 

    Wij zijn verheugd om het jaarlijkse CAPI Symposium opnieuw aan te kondigen! Op 30 januari 2025 verzamelen we ons in de Julianazalen in de Jaarbeurs – Utrecht, om ons te laten inspireren door de nieuwste kennis op het gebied van infectieziekte-onderzoek voor en door GGD’en. Klik hier voor meer informatie. 

    Even voorstellen: Liesse Vanderhoven

    Ik ben Liesse Vanderhoven, onderzoeker bij AWPG Mosa in het mooie Zuid-Limburg. Na mijn studies in European Public Health, en Public Policy and Human Development aan de Universiteit van Maastricht ben ik aan de slag gegaan bij de COVID-19 afdeling van de GGD Zuid Limburg. Daar heb ik ongeveer anderhalf jaar gewerkt als BCO-medewerker en trainer. Toen het einde van de COVID-19 afdeling in zicht kwam, werd mijn interesse gewekt door een vacature om een jaar onderzoek te doen binnen het thema infectieziekten. 

    Sinds april 2023 werk ik als jaaronderzoeker bij CAPI, waar ik onderzoek doe naar de relatie tussen vaccinatiebereidheid en gezondheidsvaardigheden. Dit beviel zo goed dat ik in januari 2024 verder ben gegaan met dit onderzoek als PhD-onderzoeker bij CAPI. Momenteel richt ik mij op het betrekken van mensen met lage gezondheidsvaardigheden bij maternaal vaccinatieonderzoek. Dit proberen we via een persoonlijke aanpak, waarbij we ook assistentie aanbieden bij het invullen van de vragenlijst. Ik geniet ervan om de theoretische kant van het onderzoek te combineren met de praktische en menselijke kant, door in gesprek te gaan met nieuwe ouders bij de consultatiebureaus van de jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg.  

    Dit onderwerp ligt me nauw aan het hart, aangezien er in Zuid-Limburg veel mensen te maken hebben met gezondheidsongelijkheden. Lage gezondheidsvaardigheden, waar ongeveer 1 op 4 Nederlanders mee kampt, lijken hier een duidelijk verband mee te hebben. Het is cruciaal dat iedereen de mogelijkheid heeft om op een passende manier te zijn betrokken te zijn bij de preventie van infectieziekten en hierbij geïnformeerde keuzes kan maken.  

    Naast mijn werk ben ik graag bezig met muziek. Elke maandagavond speel ik gitaar en cuatro (een viersnarig Venezolaans instrument) in mijn Spaanse muziekgroep. Je vindt me ook vaak in de keuken of met een goed boek in mijn hand. Daarnaast ontspan ik graag in de natuur tijdens lange wandelingen en leef ik me elk weekend uit op de squashbaan. 

    Even voorstellen: Liën van Ooijen

    Mijn naam is Liën van Ooijen en ik ben begin 2024 gestart aan mijn jaaronderzoek bij CAPI. Naast dat ik HBO-verpleegkunde heb gestudeerd, heb ik ook de pre-master gezondheidswetenschappen en een master in International Public Health aan de Vrije Universiteit van Amsterdam behaald. Ik werk bij het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR), dit is een onafhankelijke stichting die gehuisvest is bij GGD Amsterdam. Bij het LCR houd ik mij onder andere bezig met het herzien van protocollen, neem ik deel aan verschillende landelijke werkgroepen, houd ik internationale epidemieën nauwlettend in de gaten en beantwoord ik medische vragen van artsen werkzaam in de reizigersadvisering.  

    Mijn jaaronderzoek heeft dan uiteraard ook een reizigers gerelateerd onderwerp. Tijdens mijn onderzoek zal ik de redenen identificeren waarom mensen de gegeven reisadviezen tijdens een reizigersconsult wel of niet opvolgen. Met de resultaten hoop ik een praktisch advies te kunnen opstellen voor de praktijk. Voordat ik begon bij het LCR, heb ik als reizigersverpleegkundige bij GGD Rotterdam-Rijnmond gewerkt. Met mijn praktijkervaring en mijn academische achtergrond past het onderwerp van het onderzoek dan ook goed bij mij. 

    Naast dat ik op werkgebied ervaren en geïnteresseerd ben in de reizigersadvisering, ben ik zelf ook gek op reizen. Ik heb lange backpack reizen gemaakt naar verschillende werelddelen. Het liefst reis ik naar landen waar de cultuur compleet anders is dan die van Nederland. Mocht je advies nodig hebben over gezondheid tijdens het reizen, leuke bestemmingen of hostels, vraag het me gerust. 

    Publicatie in de spotlight

    Als vast onderdeel van de CAPI-nieuwsbrief lichten we een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel uit, dat voor de infectieziektebestrijding van belang is. Zo pik je altijd wat nieuwe kennis op als je onze nieuwsbrief leest.   

    Behoefte aan meer? Bekijk hier een literatuur update van relevante recente artikelen. Deze publicaties sluiten aan bij de thema’s zoönose, antimicrobiële resistentie, SOA’s vaccinatie, uitbraakonderzoek, en infectieziekte-epidemiologie. Elke twee maanden selecteren wij nieuwe artikelen die relevant zijn voor onze lezers.  

    In deze nieuwsbrief staat het artikel “Ethical frameworks should be applied to computational modelling of infectious disease interventions” in de spotlight. Dit artikel is geschreven door Cameron Zachreson, Julian Savulescu, Freya M. Shearer, Michael J. Plank, Simon Coghlan, Joel C. Miller, Kylie E.C. Ainslie en Nicholas Geard.  

    Ethische frameworks moeten worden toegepast op computationele modellering van interventies op het gebied van infectieziekten

    Het toepassen van computationele modellering om verspreiding van infectieziekten te stoppen of te beperken is, door de gevolgen voor het dagelijkse leven van mensen, geen ethisch neutrale activiteit. De interventie scenarios bevatten vaak ingewikkelde afwegingen, zoals vrijheid versus fysieke gezondheid of individuele autonomie versus solidariteit. Als deze afwegingen niet expliciet meegewogen worden, lopen modellen het risico om omstreden ethische keuzes over het hoofd te zien, wat kan leiden tot een verhoogd risico op onbedoelde gevolgen.  

    Dit artikel is onderdeel van een internationale poging om epidemiologische modellen te verbeteren, met als doel de onbedoelde gevolgen van infectieziekten interventies te verminderen. De auteurs beargumenteren dat de risco’s op onbedoelde gevolgen verminderd kunnen worden als modeleurs beter bekend zijn met ethische frameworks, en ze de mogelijkheid hebben om expliciet rekening te houden met de relevante waarden in hun modellen. Het voorstel is dat experts op het gebied van ethiek binnen de publieke gezondheid zorgen voor een conceptuele basis om deze capaciteit te ontwikkelen. Het artikel wordt afgesloten met een beschrijving van praktische stappen om de capaciteit voor ethisch bewuste modeleren te vergroten. Daarnaast benadrukken ze dat het incorpereren van ethische frameworks vraagt om samenwerking tussen modelleurs, en experts op onder andere het gebied van ethiek van de publieke gezondheid, gedragsinterventies, en sociale determinanten van gezondheid. Door ethische bewustwording te creëren, zal de impact van onbedoelde gevolgen bij interventies verminderen, waardoor de interventie een grotere kans heeft om te slagen. 


    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

    Tot de volgende nieuwsbrief!
    De CAPI stuurgroep

  2. CAPI Nieuwsbrief – juni 2024

    Leave a Comment

    Wat leuk dat je de juni-editie van de CAPI nieuwsbrief leest! Deze nieuwsbrief is bedoeld om jou op de hoogte te houden van recente ontwikkelingen binnen CAPI, relevante wetenschappelijke artikelen te delen en onze CAPI-collega’s voor te stellen. 

    In deze editie stellen we je voor aan jaaronderzoeker Louise de Vos Klootwijk en programmacoördinator Ellen Generaal. Daarnaast blikken we terug op het CAPI Café van 21 mei. Uiteraard wordt er ook weer een wetenschappelijk artikel in de spotlight gezet, dit keer over anorectale gonorroe.  

    Bedankt voor je interesse in CAPI en veel leesplezier! 

    Terugblik CAPI Café

    Op 21 mei vond het derde hybride CAPI Café plaats, bij Hecht GGD Hollands Midden. Het thema voor deze editie was “Wat is er nodig voor een succesvolle ZonMw aanvraag?”. Als voorzitter van verschillende ZonMw commissies nam dr. Sjaak De Gouw, DPG van Hollands Midden, ons mee door het proces van een ZonMw aanvraag met een vooraanmelding. Een belangrijke les die hij ons meegaf: zorg dat niet alleen de relevantie van het probleem duidelijk is, maar ook de relevantie voor de call. Wij bedanken Sjaak voor een informatieve presentatie, en voor het beantwoorden van alle vragen van de enthousiaste deelnemers. 

    Het volgende CAPI Café zal in september georganiseerd worden. Houd deze nieuwsbrief in de gaten voor meer informatie! 

    Even voorstellen: Louise de Vos Klootwijk

    Mijn naam is Louise de Vos Klootwijk. Ik heb een biomedische achtergrond en ben daarna opgeleid tot gezondheidswetenschapper, gespecialiseerd in international public health. De GGD en ik hebben elkaar (succesvol) ontmoet tijdens de eerste stage van mijn master, op de afdeling onderzoek in Amsterdam. Inmiddels werk ik als epidemiologisch onderzoeker op de afdeling infectieziektebestrijding van de GGD Haaglanden, en sinds januari 2024 ook als jaaronderzoeker bij CAPI.

    Seksuele gezondheid heeft altijd mijn interesse gehad, en dit jaaronderzoek biedt mij de kans om dieper in de huidige problematiek te duiken. In de afgelopen twee jaar is het aantal gonorroegevallen onder heteroseksuele jongvolwassenen flink toegenomen, maar wat dit veroorzaakt is nog onduidelijk. Voor mijn onderzoek gebruik ik data van verschillende soa-testaanbieders in de regio. Hiermee zal ik meer inzicht geven in de groep gonorroe-positieve jongvolwassenen die zich laten testen. Daarnaast hopen we factoren te identificeren die specifiek zijn voor gonorroe.  

    Buiten werk ben ik vaak te vinden in de horeca, de sportschool of op pad met vrienden. In de zomer op de wielrenfiets of dansend op een festival, en in de winter op de pistes. Naast vragen over het onderzoek, kan je bij mij terecht voor reistips, lekkere recepten en een leuk gesprek. Wie weet tot dan! 

    Even voorstellen: Ellen Generaal

    Ik ben Ellen Generaal, postdoc onderzoeker bij de GGD Amsterdam en coördinator van CAPI en de academische werkplaats Sarphati initiatief.  

    Toen ik 5 jaar geleden als epidemioloog bij de GGD kwam werken, was ik enorm blij met de overstap van fundamenteel onderzoek bij het Amsterdam UMC naar het toegepaste onderzoek bij de GGD. Het is zó leuk om op een afdeling rond te lopen waar de artsen en verpleegkundigen rechtstreeks de spreekkamer uitlopen, en de onderzoeksvragen écht vanuit de praktijk komen. Mijn onderzoek bij de GGD richtte zich vooral op hepatitis B en C screening bij risicogroepen, waaronder druggebruikers en migranten.  

    Na de opleiding Bewegingswetenschappen hield ik me sinds 2011 bij het toenmalige VUmc bezig met kwantitatief onderzoek op de afdeling Psychiatrie (GGZinGeest) en daarnaast gaf ik onderwijs.

    Mijn proefschrift ging over de rol van biologische stress systemen en psychosociale factoren bij chronische pijn. Na een paar interessante jaren als postdoc, waarin ik o.a. de rol van de leefomgeving bij depressie onderzocht, was ik in 2019 toe aan een nieuwe onderzoeksomgeving. En de GGD is zeker geen saaie keus geweest!

    Aan het begin van de COVID-pandemie kreeg ik niet alleen mijn 2e kindje, maar ontstonden er ook veel nieuwe initiatieven en functies, waaronder de Regionale Epidemiologie Consulenten IZB vanuit het LCI, waar ik tot eind vorig jaar deel van uitmaakte voor onze regio Noord-Holland en Flevoland. Een leerzame 2,5 jaar met veel ontwikkelingen en een enorm leuk (RIVM en POI) netwerk. Kort daarop ontstond dankzij de VIP-gelden “CAPI”, waarvoor mijn REC-schap plaats moest maken. Maar wij delen gelukkig een gemeenschappelijk doel: nog meer kwalitatief goed onderzoek bij de GGD’en brengen.

    Naast de initiatieven zoals scholingen zijn er sindsdien veel enthousiaste VIP-onderzoekers bijgekomen op diverse infectieziekten-onderwerpen. Erg leuk om te zien! In de toekomst hoop ik dat steeds meer GGD-medewerkers de weg weten te vinden naar onderzoek, en dat dit de reguliere IZB-praktijk ten goede zal komen. 

    In mijn vrije tijd breng ik veel tijd door met mijn gezin. Ik heb de afgelopen jaren een huis laten bouwen in een ecologische zelfbouw-wijk in Almere Oosterwold met een giga-tuin, waar we nog steeds veel voor moeten organiseren (zie foto). Het allerliefste ben ik aan het strand, maak ik wandelingen in de natuur, of sta ik met mijn buurvrienden rondom een vuurkorf. En ik kan niet wachten tot mijn gras opkomt dat net is ingezaaid… dan kan ik na alle bouw-perikelen eindelijk tuinieren!

    Publicatie in de spotlight

    Als vast onderdeel van de CAPI-nieuwsbrief lichten we een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel uit, dat voor de infectieziektebestrijding van belang is. Zo pik je altijd wat nieuwe kennis op als je onze nieuwsbrief leest.   

    Behoefte aan meer? Bekijk hier een literatuur update van relevante recente artikelen. Deze publicaties sluiten aan bij de thema’s zoönose, antimicrobiële resistentie, SOA’s vaccinatie, uitbraakonderzoek, en infectieziekte-epidemiologie. Elke twee maanden selecteren wij nieuwe artikelen die relevant zijn voor onze lezers.  

    In deze nieuwsbrief staat het artikel “Anorectal Neisseria gonorrhoeae infections in women with and without reported anal sex and sex workers in sexual health centres in the Netherlands: a retrospective cohort study” in de spotlight. Dit artikel is geschreven door Maartje Visser, Christian Hoebe, Petra Wolffs, en Janneke Heijne.  

    Anorectale Neisseria gonorrhoeae infecties bij vrouwen met en zonder gerapporteerde anale seks en sekswerkers bij centra seksuele gezondheid in Nederland: een retrospectieve cohortstudie

    Momenteel is gonorroe de tweede meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening ter wereld, en stijgt de incidentie. Om gonorroe onder controle te houden is het van belang om effectieve test strategieën te hebben. Vrouwen worden meestal alleen anorectaal getest wanneer zij aangeven anale seks gehad te hebben. Er worden echter ook anorectale infecties gezien zonder anale blootstelling, mogelijk door zelfbesmetting. Het doel van deze studie is de kennis over anorectale infecties bij vrouwen te vergroten, door risicofactoren voor een anorectale diagnose van gonorroe bij vrouwen in kaart te brengen.   

    In deze studie zijn nationale surveillance data van Nederlandse centra seksuele gezondheid, verzameld tussen 1 januari 2016 en 31 december 2021, gebruikt. Vrouwen die seks hebben met mannen die zowel urogenitaal als anorectaal getest zijn voor gonorroe zijn geïncludeerd. Deze vrouwen zijn onderverdeeld in 3 groepen: vrouwen zonder anale seks in de afgelopen 6 maanden, vrouwen met anale seks, en sekswerkers. In totaal zijn er 117.693 vrouwen geïncludeerd: 43.757 zonder anale seks, 51.728 met anale seks, en 22.208 sekswerkers. In alle groepen was ongeveer 2% positief getest voor gonorroe. Minstens 70% hiervan had een anorectale infectie, ook in de groep zonder anale seks. De sterkste determinant voor anorectale gonorroe was een gelijktijdige urogenitale gonorroe-infectie: voor vrouwen zonder anale seks was de adjusted odds ratio (aOR) 782 (95% CI 605-1018), voor vrouwen met anale seks 612 (95% CI 490-768) en voor sekswerkers 464 (95% CI 335-652). Daarnaast was voor gonorroe-positieve vrouwen zonder anale seks co-infectie met chlamydia een risicofactor, en migratieachtergrond was een risicofactor voor vrouwen met anale seks. Voor sekswerkers waren risicofactoren: seks zonder condoom, anale seks, een mannelijke partner die seks heeft met mannen of een migratieachtergrond heeft, en een chlamydia co-infectie.  

    De resultaten van deze studie ondersteunen de mogelijkheid van zelfbesmetting van het urogenitale naar anorectale gebied. Dit komt mede door de sterke relatie tussen de urogenitale en anorectale infectie, en door de sterke overeenkomsten tussen de drie verschillende groepen in het voorkomen van anale gonorroe. Huidige teststrategieën kunnen anorectale gonorroe infecties missen, aangezien er niet standaard anale testen afgenomen worden. Dit zou overwogen moeten worden wanneer richtlijnen voor de preventie en controle van gonorroe ontwikkeld worden. 


    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

    Tot de volgende nieuwsbrief!
    De CAPI stuurgroep

  3. CAPI Nieuwsbrief – mei 2024

    Leave a Comment

    Wat leuk dat je de mei-editie van de CAPI nieuwsbrief leest! Deze nieuwsbrief is bedoeld om jou op de hoogte te houden van recente ontwikkelingen binnen CAPI, relevante wetenschappelijke artikelen te delen en onze CAPI collega’s voor te stellen.

    In deze editie van de nieuwsbrief delen we opnieuw een recent gepubliceerd artikel. Ook kan je je in deze nieuwsbrief aanmelden voor het CAPI Café op 21 mei, en vind je een terugblik op de CAPI kick-off die op 18 april heeft plaatsgevonden. Verder maken we kennis met programmaleider Hélène Voeten en PhD’er Chrissy Moonen.

    Bedankt voor je interesse in CAPI en veel leesplezier!

    De CAPI Projectcoördinators

    Aanmelden voor het CAPI Café op 21 mei

    Het doen van een succesvolle ZonMw aanvraag vanuit een GGD kan best ingewikkeld zijn. Daarom organiseren wij op dinsdag 21 mei een CAPI Café van 12:00-13:00, met het thema ‘Wat is er nodig voor een succesvolle ZonMw aanvraag?’. Tijdens deze editie geeft Sjaak de Gouw, directeur publieke gezondheid bij GGD Hollands-Midden en voorzitter van diverse programmacommisies van ZonMw, een kijkje achter de schermen bij een ZonMw commissie. Dit geeft de CAPI Café deelnemers waardevolle inzichten in het beoordelingsproces bij een ZonMw commissie. Ook zullen er tips & tricks gedeeld worden over hoe je jouw ZonMw aanvraag kansrijker maakt. Anja van der Schoor, post-doc onderzoeker en kwartiermaker IZB bij AWPG Lumens, zal vanuit haar ervaring met het schrijven van aanvragen de discussie met Sjaak de Gouw op gang brengen. Dit CAPI Café heeft wederom een interactieve insteek, wat deelnemers de mogelijkheid geeft om vragen te stellen.

    Ben jij er ook bij op dinsdag 21 mei? Meld je dan hier aan. Je kunt het CAPI Café online of fysiek bij GGD Hollands Midden volgen. Let op: voor fysieke deelname is een beperkt aantal plekken beschikbaar!

    Even voorstellen: Hélène Voeten

    Ik ben Hélène Voeten, senior onderzoeker bij de GGD Rotterdam-Rijnmond en werkplaatsleider voor CEPHIR-Infectieziekten. Als epidemioloog en cultureel antropoloog vind ik het waardevol om kwantitatief en kwalitatief onderzoek te verbinden. Dat doe ik nu al zo’n 17 jaar met veel plezier bij de afdeling infectieziekten van de GGD. Daarvoor heb ik 10 jaar bij de afdeling Maatschappelijke Gezondheidzorg van het Erasmus MC gewerkt, waar ik ben gepromoveerd op soa en seksuele gezondheid in Kenia.

    Bij de GGD heb ik me altijd beziggehouden met onderzoek dat een link heeft naar gedrag, zoals handhygiëne in instellingen, antibiotica-voorschrijfgedrag van huisartsen en determinanten van testen of vaccineren. In de coronapandemie heb ik ook uitbraakonderzoek gedaan. Dat vond ik erg leuk omdat je een soort detective bent die transmissiepatronen opspoort met behulp van sequencing.

    Ik ben super blij met de VIP-gelden voor onderzoek, zodat we nu een groot en divers team hebben met enthousiaste onderzoekers en begeleiders. Ik hoop dat via CAPI steeds meer GGD’ers de weg weten te vinden naar onderzoek en dat dit zich vertaalt in een meerwaarde voor de uitvoeringspraktijk.  

    In mijn vrije tijd verslind ik literaire romans, gemiddeld wel 1 per week. Ik ga graag naar musea en culturele uitjes, en ik hou van koken en bakken. Maar het liefste maak ik lange wandelingen in de natuur waarbij ik vogels aan hun zang probeer te herkennen (lang leve de Merlin app!) en plantjes probeer te identificeren (Obsidentify app). Ook bezoek ik de botanische tuin in Utrecht geregeld, waarbij de vlindertuin mijn favoriet is! (zie foto) 

    Terugblik: CAPI kick-off

    Op 18 april brachten we de onderzoekers van 2024 samen met de stuurgroep en de PhD’s van 2023 tijdens de CAPI kick-off in Den Bosch. De bijeenkomst werd gestart met een welkomstwoord en introductie over CAPI door voorzitter Prof.dr. Christian Hoebe. Daarna gaven de PhD’s en jaaronderzoekers van 2024 een pitch over hun onderzoeksplannen.

    Het enthousiasme van onderzoekers en de grote diversiteit aan onderzoeksthema’s maakten het erg energiek en interessant! Na de pitches was het tijd voor een sociale activiteit om elkaar nog wat beter te leren kennen. De onderzoekers en stuurgroepleden deden fanatiek mee aan de CAPI Pubquiz, waarmee we middag afsloten.

    Voorafgaand aan de kick-off organiseerden we een ochtendbijeenkomst voor de jaaronderzoekers van 2023, die zich inmiddels in de afrondende fase van hun onderzoek bevinden. Het doel van de bijeenkomst was om de take-home messages van elk jaaronderzoek te delen en om samen na te denken over het verspreiden van die bevindingen naar verschillende doelgroepen.

    Op die manier helpen we elkaar om onderzoeksresultaten op de juiste plekken te laten landen. Voor de PhD’ers gestart in 2023 was een intervisie georganiseerd, waar zij met elkaar hun traject en eventuele knelpunten konden bespreken en tips & tricks uit konden wisselen.

    Wij kijken terug op een succesvolle CAPI dag!

    CAPHRI Research Day 2023 (Jonathan Vos Photography)

    Even voorstellen: Chrissy Moonen, CAPI PhD’er bij AWPG Mosa

    Ik ben Chrissy Moonen, onderzoeker bij AWPG Mosa in het zonnige Zuid-Limburg. Na mijn bachelor Gezondheidswetenschappen en master Health Education and Promotion aan de Universiteit van Maastricht ben ik een jaar gaan rondreizen in Australië. Toen COVID-19 om de hoek kwam kijken, heb ik samen met mijn vriend nog één van de laatste vluchten naar huis weten te pakken. Bij thuiskomst ben ik als BCO’er/beleidsmedewerker bij GGD Zuid-Limburg aan de slag gegaan. De mogelijkheid deed zich voor om onderzoek te gaan doen naar COVID-19 binnen de grensregio. Als (half-Belgische) inwoonster van een grensregio met een interesse voor onderzoek heb ik deze kans met beide handen aangegrepen!

    Momenteel doe ik als CAPI PhD’er onderzoek naar hepatitis B en C (en hiv) opsporing onder migranten. Een héél ander onderwerp. Wat ik zo leuk vind aan deze PhD is de verbinding tussen wetenschappelijk onderzoek en praktijk door toepassing van diverse onderzoeksmethodieken.

    Op dit moment werk ik aan een kwalitatief onderzoek over hoe we de seksuele gezondheidszorg toegankelijker kunnen maken voor migrant mannen die seks hebben met mannen (MSM). Daarnaast bieden we momenteel hepatitis B/C en hiv testen aan bij de tuberculosescreening voor migranten. Het verbeteren van onze zorg voor kwetsbare groepen vind ik een mooie uitdaging en hier zet ik mij graag voor in.  

    Als ik niet aan het werk ben, dan vind je mij buiten met mijn modderhanden in de moestuin, aan het kampvuur met vrienden, of ben ik aan het wandelen met onze trouwe viervoeter Funs. Verder kom ik mijn energie graag kwijt in de sportschool of tijdens een potje volleybal. 

    Publicatie in de spotlight

    Als vast onderdeel van de CAPI nieuwsbrief lichten we een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel uit, dat voor de infectieziektebestrijding van belang is. Zo pik je altijd wat nieuwe kennis op als je onze nieuwsbrief leest.

    Behoefte aan meer? Bekijk hier een literatuur update van relevante recente artikelen. Deze publicaties sluiten aan bij de thema’s zoönose, antimicrobiële resistentie, seksuele gezondheid, vaccinatie, uitbraakonderzoek, en infectieziekte-epidemiologie. Elke twee maanden selecteren wij nieuwe artikelen die relevant zijn voor onze lezers.

    In deze nieuwsbrief staat het artikel “SARS-CoV-2 vaccination uptake in six ethnic groups living in Amsterdam, the Netherlands: A registry-based study within the HELIUS cohort” in de spotlight. Dit artikel is geschreven door Sophie Campman, Anders Boyd, Liza Coyer, Janke Schinkel, Charles Agyemang, Henrike Galenkamp, Anitra Koopman, Felix Chilunga, Maarten Schim van der Loeff, Lieke van Houtum, Tjalling Leenstra, Karien Stronks, en Maria Prins.

    SARS-CoV-2 vaccinatie opkomst onder zes etnische groepen in Amsterdam, Nederland: Een registratie-gebaseerd onderzoek binnen het HELIUS cohort

    Mensen met een migratieachtergrond zijn onevenredig zwaar getroffen door SARS-CoV-2. Zo hebben ze te maken gehad met hogere infectie-, ziekenhuisopname-, en sterftecijfers. Daarom is vaccinatie tegen SARS-CoV-2 specifiek in deze groepen van groot belang. Eerder onderzoek binnen het HELIUS cohort heeft aangetoond dat de SARS-CoV-2 vaccinatiebereidheid lager was onder mensen met een Surinaamse (Hindoestaans en Creools), Ghanese, Turkse en Marokkaanse achtergrond dan onder mensen met een Nederlandse achtergrond.

    Echter op het moment van het meten van de vaccinatiebereidheid tussen november 2020 en maart 2021 was het nog onduidelijk of en in hoeverre de daadwerkelijke vaccinatieopkomst zou verschillen tussen etnische groepen. Daarom hebben we in deze studie de SARS-CoV-2 vaccinatieopkomst vergeleken tussen zes etnische groepen in Amsterdam. Om dit te onderzoeken hebben we data van het multi-etnische HELIUS cohort gekoppeld aan SARS-CoV-2 vaccinatie registratiedata van de GGD Amsterdam. Vaccinatieopkomst was gedefinieerd als het hebben ontvangen van minimaal één dosis van de SARS-CoV-2 basisserie tussen 6 januari 2021 (de start van de COVID-19 vaccinatiecampagne) en 6 september 2021 (net nadat alle volwassenen in Nederland een vaccinatie hadden kunnen krijgen).

    In totaal hebben we data geanalyseerd van 19,006 HELIUS deelnemers met een mediane leeftijd van 53 jaar. De SARS-CoV-2 vaccinatieopkomst was het hoogst onder de Hindoestaanse groep (60.3%), gevolgd door de Nederlandse (59.6%), Ghanese (54.1%), Turkse (47.7%), Creoolse (43.0%), en Marokkaanse (35.8%) groepen. Na correctie voor leeftijd, geslacht, ervaren sociale steun en comorbiditeiten was de vaccinatieopkomst lager in de groepen met een Creoolse, Ghanese, Turkse, en Marokkaanse achtergrond vergeleken met de Nederlandse groep.

    Hoewel de bereidheid om te vaccineren tegen SARS-CoV-2 lager was onder de Hindoestaanse groep, was de daadwerkelijke vaccinatieopkomst vergelijkbaar met die van de Nederlandse groep. De resultaten van dit onderzoek benadrukken dat het essentieel is om preventiestrategieën gericht op het bevorderen van de vaccinatieopkomst en het verminderen van barrières voor vaccinatie af te stemmen op de behoeften van specifieke doelgroepen. Deze aanpak kan niet alleen bijdragen aan het beperken van de ernstige gevolgen van COVID-19, maar ook aan het sturen van toekomstige vaccinatiecampagnes tegen andere infectieziekten of toekomstige pandemieën. 


    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

    Tot de volgende nieuwsbrief!
    De CAPI stuurgroep

  4. CAPI Nieuwsbrief – april 2024

    Leave a Comment

    Een warm welkom bij de lente-editie van de CAPI nieuwsbrief! Wat leuk dat je meeleest. Deze nieuwsbrief is bedoeld om jou op de hoogte te houden van recente ontwikkelingen binnen CAPI, relevante wetenschappelijke artikelen te delen en onze CAPI collega’s voor te stellen.

    In deze editie delen we een selectie van recent gepubliceerde wetenschappelijke artikelen die relevant zijn voor onze praktijk. Ook kun je je via deze nieuwsbrief alvast aanmelden voor het komende CAPI Café, dat zal plaatsvinden op 21 mei. Daarnaast blikken wij met enthousiasme terug op de vorige editie van het CAPI Café en een inspirerende trainingsdag voor CAPI onderzoekers. Ook maken we kennis met onderzoekers Martijn Vink en Babette van Deursen. Tot slot delen wij verheugd de eerste resultaten van CAPI onderzoek met jullie. Tim Wiersma is zijn jaaronderzoek aan het afronden en zal ons kort meenemen in zijn bevindingen.

    Bedankt voor je interesse in CAPI en veel leesplezier!

    Terug- en vooruitblik op het CAPI Café

    Meld je hier aan voor het volgende CAPI Café op 21 mei: “Wat is er nodig voor een succesvolle ZonMw aanvraag?”

    Op donderdag 7 maart vond het tweede CAPI Café plaats bij de GGD Rotterdam, een bijeenkomst met veel enthousiasme en interactie. Dr. Raïssa Tjon-Kon-Fat, arts Maatschappij & Gezondheid en epidemioloog hield een inspirerende presentatie over het onderwerp “Uitbraakonderzoek: hoe doe je dat bij de GGD?”. Met behulp van een fictieve casus van een mazelenuitbraak nam ze ons mee in de eerste zes van de tien stappen van een uitbraakonderzoek. Ze benadrukte met name het belang van een duidelijke casus definitie. De interactieve opzet van haar presentatie stimuleerde de deelnemers om mee te denken en aan te geven hoe ze zelf zouden handelen in deze situatie. Dit zette de ruim 130 deelnemers (zowel fysiek als online) flink aan het denken. De reacties op dit tweede CAPI Café waren erg positief! We kijken dan ook erg uit naar het voortzetten van deze inspirerende sessies met diverse thema’s.

    Het volgende hybride CAPI Café vindt plaats op dinsdag 21 mei van 12:00 tot 13:00, met als thema “Wat is er nodig voor een succesvolle ZonMw aanvraag?”. In deze editie van het CAPI Café zal Sjaak de Gouw, directeur publieke gezondheid bij GGD Hollands-Midden en voorzitter van diverse programmacommissies van ZonMw, een kijkje achter de schermen geven bij een ZonMw commissie. Dit CAPI Café zal deelnemers waardevolle inzichten geven in het beoordelingsproces bij een ZonMw commissie, en ze een mogelijkheid geven tot het stellen van vragen. Anja van der Schoor, post-doc onderzoeker & kwartiermaker IZB bij AWPG Lumens, zal haar ervaring met het schrijven van aanvragen delen en de discussie met Sjaak de Gouw op gang brengen. Ben je er ook bij op dinsdag 21 mei? Meld je dan hier aan. Deelname kan zowel fysiek bij GGD Hollands Midden als online.

    Even voorstellen: Martijn Vink, Jaaronderzoeker bij CEPHIR

    Mijn naam is Martijn Vink en na mijn studie Geneeskunde heb ik mij verder gespecialiseerd in de publieke gezondheid (in de tropen) en in de epidemiologie. In beide vakgebieden heb ik een master-titel behaald.  

    Ik heb een sterke interesse in tropische infectieziekten, parasitaire ziekten en de gezondheid van migranten. Zo heb ik 9 jaar voor een ontwikkelingsorganisatie (HealthNet) gewerkt, waar ik mij focuste op operationeel onderzoek binnen onze programma’s. In die tijd ben ik vaak in Afghanistan geweest (en is het land ook in mijn hart gaan zitten!). Ook heb ik als arts in Nederlandse asielzoekerscentra gewerkt. 

    Op dit moment werk ik parttime als jaaronderzoeker bij GGD Rotterdam-Rijnmond. Daarnaast werk ik als eindverantwoordelijk arts bij een reizigersvaccinatiebureau (Vaccinaties op Reis) en ben ik parttime promovendus aan het Amsterdam AMC op infectieziektenonderzoek dat ik in Afghanistan heb gedaan.  

    Mijn jaaronderzoek richt zich op scabiës bij asielzoekers. In de laatste jaren is het aantal scabiësgevallen onder hier verblijvende asielzoekers flink toegenomen. De ziekte wordt frequent gezien bij nieuw aangekomen asielzoekers, maar ook in centra waar asielzoekers later in de procedure verblijven. Dit wekt de suggestie dat lang niet alle scabiësgevallen tijdig worden herkend. 

    Mijn onderzoek richt zich op nieuw aangekomen asielzoekers in het aanmeldcentrum in Budel. Ik zal hier een grote groep asielzoekers op scabiës screenen, zowel met een vragenlijst als met een lichamelijk onderzoek en zo nodig microscopie. Hiermee kan ik de sensitiviteit en de specificiteit van de vragenlijst bepalen. Als asielzoekers daadwerkelijk scabiës blijken te hebben, zal ik hen nog een aantal extra vragen naar risicofactoren, kennis en schaamte stellen. De resultaten uit mijn onderzoek kunnen helpen om asielzoekers eerder en gerichter op scabiës te screenen, wat veel klachten en secundaire infecties kan voorkomen. 

    In mijn vrije tijd houd ik van lange-afstandswandelen, mountainbiken en klussen in onze Drentse vakantiewoning. Daarnaast ben ik op dit moment druk met sponsorwervingsacties voor een jongerenreis vanuit onze kerk, die wij in juli 2024 naar Oeganda zullen gaan maken. 

    Terugblik op een inspirerende trainingsdag voor CAPI onderzoekers

    Op 11 en 12 maart waren de CAPI onderzoekers te gast bij ImpactAll in Utrecht – een organisatie die trainingen en coaching op het gebied van communicatie verzorgt. De onderzoekers konden aansluiten bij de training ‘Presenteren met Impact’ of bij ‘Bewust Beïnvloeden’.

    Bij ‘Presenteren met Impact’ gingen de onderzoekers aan de slag met hun presentatievaardigheden. Daarbij kwamen diverse thema’s aan bod, zoals het gebruik van houding, het overbrengen van complexe inhoud, interactie met publiek, en omgaan met weerstand.  

    Tijdens de training ‘Bewust Beïnvloeden’ lag de focus op met verbeteren van communicatie- en beïnvloedingsvaardigheden. De combinatie van theorie en rollenspellen zorgde ervoor dat de onderzoekers direct konden oefenen met de geleerde lessen. Het waren twee inspirerende dagen waar de onderzoekers met een goed gevoel op terugkijken! 

    CAPI onderzoekers aan het woord

    CAPI jaaronderzoeker Tim Wiersma bevindt zich in de afrondende fase van zijn onderzoek getiteld ‘Kwalitatief interview onderzoek naar besluitvorming over kindervaccinaties bij praktisch opgeleide ouders’. In deze rubriek deelt hij zijn eerste bevindingen én vertelt hij over zijn ervaringen met het doen van praktijkgericht onderzoek vanuit een Academische Werkplaats Publieke Gezondheid.

    Samenvatting studie

    De dekkingsgraad van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) is gedaald tot onder de 90%, met toenemende uitbraken van door vaccinatie te voorkomen ziekten als gevolg. Eerder onderzoek toonde dat vaccinatietwijfel en weigering vaker optreden bij o.a. praktisch opgeleide mensen. In tijden van een dalende dekkingsgraad is het cruciaal om het besluitvormingsproces rondom vaccinaties beter te begrijpen. Ons doel was om het besluitvormingsproces over RVP-vaccinaties onder praktisch opgeleide ouders te verkennen.

    Op basis van een kwalitatieve opzet werden twaalf semigestructureerde interviews gehouden met ouders die recent een vaccinatiekeuze hadden gemaakt voor hun kind. De voorlopige resultaten van de analyses lieten de volgende bevindingen zien. We zagen twee groepen in besluitvorming: één die snel/direct besliste op het moment dat het vaccinatie onderwerp ter sprake kwam, en één die meer tijd nam voor het besluit. De snelle/directe beslissers voelden zich neutraal tijdens het proces en voldaan achteraf. De andere groep daarentegen ervaarde meer negatieve gevoelens, waaronder angst voor verkeerde keuze, bijwerkingen of reacties van anderen. Nadat de keuze was gemaakte ervaarden ze vaak rust of opluchting.

    Ouders omschreven daarnaast vijf terugkerende thema’s gekoppeld aan persoonlijke waarden als belangrijk in de besluitvorming: zelfregie (eigen keuzes willen maken en intuïtie volgen), traditie (opvoedingsnormen over vaccinaties), zorgzaamheid (ideeën over optimale zorg en gezondheid), kracht van het gezonde lichaam (vertrouwen in de natuurlijke weerstand van een kinderlichaam) en lotsbestemming (geloof in een voorbestemd leven met onveranderlijk lot). Ervaringen met vaccinaties of ziektes vanuit de direct omgeving werden ook meegenomen in de besluitvorming en vaak gebruikt als onderbouwing voor het besluit.

    Terug naar de praktijk

    Alhoewel dit onderzoek nog nadere en verdiepende analyses behoeft, willen wij aandacht vragen van de zorgprofessional voor de vijf thema’s en daarbij in het bijzonder de gevoelens die ouders ervaren. Artsen en verpleegkundigen zouden in een gesprek met ouders kunnen nagaan welke thema’s bij de ouders een rol spelen en dat in het gesprek over vaccinatiekeuze meenemen. 

    Wat vond je leuk? 

    Naast het deel mogen uitmaken van een enthousiaste onderzoeksgroep en de interesse in dit onderwerp, vond ik het boeiend en verrijkend om ‘met een andere pet op’, namelijk in mijn rol als jaaronderzoeker, directe interactie te mogen hebben met deelnemers. Dit leidde tot nieuwe inzichten die voor mij en anderen niet eerder opgemerkt waren. Dit zal wellicht bijdragen aan het verbreden van de kennis over dit onderwerp/probleem. 

    Wat was een uitdaging?

    In de afgelopen jaren ben ik voornamelijk geschoold met kwantitatief onderzoek. Het uitvoeren van kwalitatief onderzoek was voor mij een nieuwe manier van onderzoek doen. Het was in het begin dan ook even wennen, maar zeker een manier van onderzoek doen die ik eenieder wil aanraden! 

    Daarnaast was de grootste uitdaging het vinden van deelnemers. Zoals in de literatuur ook naar voren komt, maar nogmaals in de praktijk is gebleken, is deze onderzoeksgroep, alhoewel makkelijk te benaderen, wel moeilijke te overtuigen om deel te nemen aan onderzoek. 

    Wat is de belangrijkste les die je als tip mee wil geven aan GGD-medewerkers? 

    Mijn belangrijkste les en tip bij de doelgroep praktisch opgeleiden, maar ik denk ook in het algemeen, is om zelf als onderzoeker naar de mensen toe te gaan, ze te betrekken. Mensen vinden het fijn om een gezicht te hebben bij een onderzoeker. Hierdoor waren ouders eerder geneigd om mee te doen aan ons onderzoek. Houd daarnaast het werkveld breed door meerdere organisaties, in mijn geval meerdere consultatiebureaus, te betrekken en zo de kans te vergroten om studiedeelnemers te vinden. 

    Even voorstellen: Babette van Deursen, CAPI PhD’er bij AMPHI

    Ik ben Babette van Deursen, een gezondheidswetenschapper gespecialiseerd in infectieziekten en publieke gezondheid. Sinds 2020 werk ik in de GGD-wereld en sinds 2022 ben ik infectieziekte-epidemioloog bij GGD Regio Utrecht, tevens ben ik Regionaal Epidemiologie Consulent voor het RIVM. Mijn focus lag aanvankelijk op COVID-19 surveillance en onderzoek, maar later ben ik ook betrokken geraakt bij reguliere infectieziektebestrijding. 

    Mijn loopbaan heeft me langs verschillende paden geleid, waaronder epidemiologie bij Artsen zonder Grenzen, implementatieonderzoek in de ouderengeneeskunde, en consultancy en literatuuronderzoek bij een onderzoeksbureau.

    De GGD kwam uiteindelijk op mijn pad tijdens de COVID-19 pandemie en ik voelde me meteen thuis op het snijvlak tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk. Daardoor ben ik ook zeer blij dat ik sinds mei 2023 mijn PhD vanuit CAPI ben gestart.

    Mijn PhD traject heeft als doel om datagedreven strategieën en informatievoorziening voor infectieziektebestrijding te evalueren en te verbeteren, zodat het beleid binnen infectieziektebestrijding (nog) meer wordt gebaseerd op gevalideerde data. 

    Na een lange werkdag vind ik ontspanning in de sportschool en in de keuken. Ik kook graag voor én met vrienden, en probeer ik elke maand een nieuw recept uit. Verder reis ik graag en vind ik het leuk om nieuwe boeken, muziek en festivals te ontdekken. 

    Literatuur update en publicatie in de spotlight

    Als vast onderdeel van de CAPI nieuwsbrief lichten we een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel uit, dat voor de infectieziektebestrijding van belang is. Zo pik je altijd wat nieuwe kennis op als je onze nieuwsbrief leest.

    Behoefte aan meer? Bekijk op onze website een literatuur update van relevante recente artikelen. Deze publicaties sluiten aan bij de thema’s zoönose, antimicrobiële resistentie, SOA’s, vaccinatie, uitbraakonderzoek, en infectieziekte-epidemiologie. Elke twee maanden selecteren wij nieuwe artikelen die relevant zijn voor onze lezers.

    Om aan te sluiten bij het onderwerp van de transmissiedag van dit jaar hebben wij in deze nieuwsbrief het volgende artikel in de spotlight: Behavioural interventions to reduce vaccine hesitancy driven by misinformation on social media

    Door Kai Ruggeri, Samantha Vanderslott, Yuki Yamada , Young Anna Argyris, Bojana Većkalov, Paulo Sergio Boggio, Mosoka P Fallah, Friederike Stock en Ralph Hertwig

    “Gedragsinterventies om vaccinatietwijfel gedreven door misinformatie op sociale media te verminderen”

    Effectieve vaccinatiecampagnes zijn fundamenteel voor de publieke gezondheid. Campagnes die ontwikkeld zijn om vaccinaties tegen te gaan, kunnen een gevaar vormen voor de publieke gezondheid. Dit was erg duidelijk tijdens de COVID-19 pandemie waar de anti-vaccinatie campagnes geleid hebben tot een stijging in het aantal COVID-19 gevallen en gerelateerd overlijden. Ook vóór maart 2020 kon vaccinatietwijfel direct gelinkt worden aan misinformatie verspreid op sociale media. Een randomised controlled trial in 2021 toonde aan dat blootstelling aan misinformatie rondom COVID-19 vaccinaties de bereidheid tot vaccineren verlaagde, zelfs onder mensen die aangaven dat ze zeker vaccinaties zouden accepteren.

    Naast de standaardmethoden om vaccinatiebereidheid te bevorderen, zijn er nu ook moderne methoden, zoals onder andere “debunken” (het controleren van feiten nadat ze op sociale media hebben gestaan) en “prebunken” (het trainen van mensen om nepnieuws te kunnen herkennen). Hoewel dit soort methoden veelbelovend zijn in het verminderen van het delen van misinformatie, is hun effect op vaccinatiebereidheid nog niet bekend. De auteurs van dit artikel hebben daarom naar 30 studies gekeken, waarin interventies gericht op misinformatie op sociale media uitgevoerd werden, waarbij expliciet gekeken is naar het effect op gedrag. Slechts twee interventies toonden aan dat het ingaan op vaccinatie-zorgen en het aanbieden van informatie op een interactieve manier leidde tot een stijging in het aantal vaccinaties.

    De auteurs hebben tien inzichten geformuleerd, gebaseerd op het bestaande bewijs, om bij te dragen aan een duidelijkere en specifiekere toolkit om vaccinatietwijfel aan te pakken. Een voorbeeld van deze inzichten is dat alleen berichten over voordelen en risico’s gebaseerd op statistieken niet voldoende is, en dat sociale media onderdeel moeten zijn van de oplossing.

    Concluderend benadrukken de auteurs dat er een noodzaak is voor directe samenwerking tussen gedragswetenschappers en de publieke gezondheid, aangezien de meeste interventies focussen op houdingen en intenties, in plaats van op direct gedrag. Het ontwikkelen van deze samenwerkingen belooft directe voordelen voor betrouwbaardere wetenschappelijke inzichten die de gezondheid en welzijn van de hele bevolking zouden verbeteren.


    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

    Tot de volgende nieuwsbrief!
    De CAPI stuurgroep

  5. CAPI Nieuwsbrief – maart 2024

    Leave a Comment

    Voor je ligt de CAPI nieuwsbrief waarmee we je blijven informeren over CAPI evenementen, onderzoeken en anderen updates! We zijn blij dat je met ons meeleest.

    In deze editie lichten wij weer een recent gepubliceerd artikel uit en krijg je nog de kans om je aan te melden voor het komende CAPI Café. Verder stelt CAPI programmacoördinator Tessa van der Bruggen zichzelf voor en maak je kennis met twee CAPI onderzoekers: Maarten de Jong en Céline van Bilsen.

    Krijg je deze e-mail doorgestuurd van een collega en wil je jezelf ook aanmelden voor onze maandelijkse nieuwsbrief? Dat kan hier.

    Veel leesplezier!

    De CAPI stuurgroep

    Het CAPI Café

    Wij verheugen ons om op donderdag 7 maart 2024 het tweede CAPI Café te organiseren. Het CAPI Café vindt plaats bij de GGD Rotterdam of is online te volgen van 12:00u tot 13:00u. Tijdens dit CAPI Café neemt dr. Raïssa Tjon-Kon-Fat, arts Maatschappij & Gezondheid en epidemioloog, ons mee in de tien stappen van het doen van uitbraakonderzoek aan de hand van een fictieve casus. Het CAPI Café is een informatieve en inspirerende lunchbijeenkomst waarbij deelnemers (artsen, verpleegkundigen, onderzoekers, epidemiologen en iedere IZB-medewerker met interesse!) de kans krijgen om vragen te stellen en te leren van experts op een laagdrempelige manier. Ben je nieuwsgierig en nog niet aangemeld? Dit kan nog tot en met 6 maart via deze link, je kunt het CAPI Café digitaal of live bijwonen. Voor de artsen, verpleegkundigen en deskundige infectiepreventie is er accreditatie aangevraagd. We zien je graag op 7 maart!

    Even voorstellen: Tessa van der Bruggen – CAPI Programmacoördinator bij AMPHI

    Mijn naam is Tessa van der Bruggen. Ik ben in 2020 afgestudeerd als Gezondheidswetenschapper – richting infectieziekten en publieke gezondheid – en ben na mijn studie aan de slag gegaan bij GGD Hart voor Brabant. Daar vervulde ik de rol van procescoördinator bij team BCO, monitoring en advies van Programma Corona. Na een erg leuke en leerzame periode kwam CAPI op mijn pad! In april 2023 sloot ik aan bij de CAPI stuurgroep als programmacoördinator vanuit de Academische Werkplaats AMPHI in Nijmegen.  

    Programmacoördinator Tessa van der Bruggen, MSc

    Momenteel houd ik me onder anderen bezig met de ontwikkeling en organisatie van scholingsaanbod voor GGD-medewerkers. Ook ben ik betrokken bij activiteiten waarbij het delen van kennis en onderzoeksresultaten centraal staat. Erg leuk om op deze manier onderzoek en praktijk dichter bij elkaar te brengen! Naast CAPI ben ik één dag in de week werkzaam bij GGD Hart voor Brabant, waar ik aangesloten ben bij de Regiegroep Onderzoek.  
     
    In de avonduren breng ik veel tijd door op de dansvloer tijdens het geven van salsa-danslessen. Ook ben ik vaak in de sportschool te vinden. Verder breng ik graag tijd door met vrienden en ik vind het leuk om te reizen! 

    Even voorstellen: Maarten de Jong – CAPI PhD’er bij het Sarphati Initiatief

    Mijn naam is Maarten de Jong, opgeleid tot gezondheidswetenschapper gespecialiseerd in public health, infectieziekten en epidemiologie. Sinds 2020 ben ik werkzaam als epidemioloog bij de GGD Amsterdam waar ik me bezighoud met epidemiologische vraagstukken en onderzoek. Ook ben ik bekend met infectieziektebestrijding in ramp- en oorlogsgebieden: voor o.a. Artsen zonder Grenzen heb ik onder meer in Ghana, Burkina Faso, Haïti, Zuid Soedan en Irak gewerkt als veldepidemioloog. Daar hield ik me bezig met zowel acute uitbraakbestrijding als het opzetten en uitvoeren van operationeel onderzoek.

    Tussen deze buitenlandse avonturen door heb ik in Nederland onderzoekservaring opgedaan naar transmissierisico’s van infectieziekten (bloedbank Sanquin), antibioticaresistentie (internationaal onderzoek VUmc), internationale studiecoördinatie infectie-gerelateerde kanker (Parexel) en als coördinator onderzoek stamceltransplantaties (Matchis). 

    Ondertussen ben ik ruim een jaar bezig met promotieonderzoek binnen CAPI. Mijn project richt zich op de inzet van rioolwatermonitoring om infectie-uitbraken te detecteren. Dit doen we in zowel high-resource settings (regio Amsterdam) als in low-resource settings (bijv. vluchtelingenkampen): op deze manier sla ik de brug tussen GGD Amsterdam en Artsen zonder Grenzen. 

    Buiten de werkuren ben ik veel terug te vinden op de tennisbaan en snowboardend op de pistes. Ik reis graag, vind het leuk (mini)festivals te organiseren en je vindt me in de stad geregeld achter de draaitafels. Wie weet tot dan! 

    CAPI Masterclass: van praktijkprobleem naar onderzoeksvraag

    Als onderdeel van het CAPI-scholingsaanbod, verzorgen we vanuit CAPI een reeks online Masterclasses van GGD GHOR NL. De eerste CAPI Masterclass is getiteld ‘Van praktijkprobleem naar onderzoeksvraag’. Je kunt deze nu hier bekijken:

    Masterclass CAPI en GGD GHOR Nederland: Van praktijkprobleem naar onderzoeksvraag

    In deze Masterclass, gepresenteerd door dr. Jeannine Hautvast en dr. Karlijn Kampman, leer je hoe je van een te onderzoeken praktijkprobleem tot een goeie onderzoeksvraag komt. Eerst lichten ze toe op welke manieren je aan een te onderzoeken praktijkprobleem komt. Daarna krijg je uitleg over het schrijven van een onderzoeksvoorstel dat nodig is om een praktijkprobleem te onderzoeken. Vervolgens geven ze handvatten voor het schrijven van de introductie van een onderzoeksvoorstel. Als laatste leer je hoe je vanuit de introductie tot een helder geformuleerd onderzoeksdoel met passende onderzoeksvragen komt. 

    Binnenkort volgt een tweede CAPI Masterclass. Daarbij leer je hoe je van een onderzoeksvraag tot resultaten komt. 

    Even voorstellen: Céline van Bilsen – CAPI PhD’er bij AWPG Mosa

    Mijn naam is Céline van Bilsen. Ik begon in 2021 als junior onderzoeker bij de GGD Zuid-Limburg, na mijn master Epidemiologie. Dat jaar stond in het teken van een Euregionaal project om de gevolgen van COVID-19 in de grensregio in kaart te brengen via vragenlijsten en antistoftesten. Daarnaast startten we later dat jaar met de PRIME post-COVID studie. Dit is een cohortonderzoek naar longCOVID waarbij we onder andere fysieke en mentale gezondheidsaspecten en de socio-economische impact onderzoeken. Sinds juni 2023 ben ik PhD’er bij CAPI!  

    Mijn onderzoek richt zich op cross-border impact, sociale netwerken en vaccinatiebereidheid in relatie tot (long)COVID. Zo kunnen we de maatschappelijke implicaties van de coronapandemie beter begrijpen en bijdragen aan preventie.  
    Ik vind het leuk om bezig te zijn met deze relevante thema’s en alle verschillende aspecten van het onderzoek doen; van het ontwikkelen van vragenlijsten tot dataverzameling, data-analyse, schrijven en het delen van bevindingen. Daarnaast is het werk uitdagend door de snelle veranderingen op dit gebied.  

    Naast mijn werk ben ik graag met familie en vrienden, dans ik graag (salsa/bachata) en houd ik van muziek, lezen, koken en reizen. 

    Publicatie in de spotlight

    In elke CAPI nieuwsbrief zetten we een recent gepubliceerd wetenschappelijk artikel over infectieziektebestrijding in de spotlights. Middels de CAPI nieuwsbrief blijf je op de hoogte van recente ontwikkelingen in de IZB die relevant zijn voor de praktijk.

    Voor een uitgebreide literatuurupdate die elke twee maanden wordt bijgewerkt, kun je hier kijken.

    Deze maand in de spotlight:

    “Het gedrag rondom maternale kinkhoest vaccinaties; psychosociale, houding, en organisatorische factoren”

    Door Veja Widdershoven, Rianne P. Reijs, Annika Eskes, Amanja Verhaegh-Haasnoot en Christian J.P.A. Hoebe
    Lees het volledige artikel

    Sinds 2019 is de maternale kinkhoest vaccinatie onderdeel van het vaccinatieprogramma. Wij hebben geprobeerd om het gedrag rondom deze vaccinatie en de geassocieerde psychosociale kenmerken, houdingen, en organisatorische factoren in kaart te brengen. Hiervoor hebben we een cross-sectionele studie uitgevoerd onder zwangeren en recent bevallen moeders (tot 6 maanden na de bevalling). In totaal hebben 1348 deelnemers de vragenlijst ingevuld. Van de respondenten heeft 95.1% de maternale kinkhoest vaccinatie gehaald, 4.9% van de respondenten heeft de vaccinatie geweigerd.

    De belangrijkste factoren die invloed hadden op het wel of niet nemen van de vaccinatie waren:

    1. het belangrijk vinden om te vaccineren tegen kinkhoest tijdens de zwangerschap, (aOR: 10.19; 95%CI: 4.30–24.16)
    2. een positief verwachte uitkomst voor de baby (aOR: 8.94; 95%CI: 3.60–22.21)
    3. liever het risico lopen dat het kind kinkhoest krijgt dan mogelijke bijwerkingen door te kiezen voor de vaccinatie (aOR: 0.11; 95%CI: 0.02–0.59)
    4. de toegankelijkheid van de vaccinatie locatie (aOR: 7.44; 95%CI: 3.37–16.46).

    Belangrijke redenen voor acceptatie waren het beschermen van het kind in de eerste weken na de geboorte, en het uitstellen van de DKTP vaccinatie naar 3 maanden na de geboorte. Redenen voor het weigeren waren niet willen vaccineren tijdens de zwangerschap, en angst dat het schadelijk is voor het ongeboren kind. We concluderen dat zorgprofessionals een belangrijke rol in de informatievoorziening hebben. Echter, de beslissing rondom het wel of niet nemen van de maternale kinkhoest vaccinatie wordt voornamelijk beïnvloed door de houding ten opzichte van de vaccinatie en psychosociale factoren. Naast het zorgen voor goede informatievoorziening moet er ook gezorgd worden dat de (logistieke) barrières rondom het nemen van de vaccinatie zo veel mogelijk weggenomen worden.


    Wil je meer weten over CAPI? Neem een kijkje op onze website en volg ons op LinkedIn.

    Tot de volgende nieuwsbrief!
    De CAPI stuurgroep